Sevilla ging furieus van start in Santiago de Bernabeu. Duda zette Renato al in de zestiende minuut voor keeper Iker Casillas en de middenvelder faalde niet: 0-1.
Het antwoord van Real kwam snel en wel via een bekende: Royston Drenthe had een basisplaats als linkshalf en hij schoot in de 23ste minuut verwoestend raak in het dak van het doel. De Koninklijke kon niet lang genieten van de gelijke stand. Opnieuw was het Renato die de bezoekers in de 28ste minuut aan de goede kant van de score bracht.
Frédéric Kanouté leek Sevilla in de 37ste minuut vanaf de strafschopstip in veilige haven gebracht te hebben, maar Fabio Cannavaro kopte de 2-3 vlak voor rust achter doelman Palop. De Italiaan knikte een vrije trap van Wesley Sneijder - die net als Ruud van Nistelrooij een basisplaats had - binnen.
Na rust vielen er minder goals, maar het spel bleef aantrekkelijk. Sergio Ramos kopte de thuisploeg naar 3-3, maar zelfs die uitslag zou niet voldoende zijn om de Supercup in ontvangst te mogen nemen. Sevilla verdedigde namelijk een 1-0 voorsprong uit de eerste wedstrijd. De zuiderlingen brachten aan alle onzekerheid een einde door in de 82ste minut de 3-4 op het bord te zetten. Opnieuw was het Kanouté die het vizier scherp had staan.
Het werd in de blessuretijd nzelfs og erger voor Real. Nieuwe aankoop Pepe moest eerst inrukken vanwege een tweede gele kaart en Kanouté maakte er op aangeven van Kherzhakov ook nog 3-5 van. De Spaanse Supercup is derhalve - net als vorig jaar - een overduidelijke prooi voor Sevilla, dat een gevoelige tik uitdeelde aan de concurrent.

