Algemeen directeur ad interim van ADO Den Haag, John Arzbach, reageert als volgt op de officiële website van de residentieclub: ,,Met verbazing hebben wij kennis genomen van de aantijgingen van de heer Maaskant in De Telegraaf. Daarbij gaat hij als buitenstaander concreet in op de huidige situatie van ADO Den Haag. Wij nemen afstand van zijn uitlatingen en vinden het zeer kwalijk richting onze technische staf en spelersgroep. Zij worden immers – nota bene door een hoofdtrainer uit dezelfde divisie – op deze wijze in een kwaad daglicht gesteld zonder dat er concrete bewijzen worden geleverd. Tien dagen geleden hebben wij formeel aangifte gedaan van de geruchten die ons hebben bereikt met betrekking tot het mogelijk betrokken zijn van spelers van ADO Den Haag bij het gokken op voetbalwedstrijden. De zaak is momenteel dus in handen van Politie Haaglanden. Klaarblijkelijk beschikt de heer Maaskant over concrete namen en aanwijzingen. Wij willen hem dan ook met klem verzoeken deze informatie ten behoeve van het politieonderzoek ter beschikking te stellen. Ondertussen zullen wij de KNVB en CBV aanschrijven over de uiterst oncollegiale handelswijze van de heer Maaskant."
RBC Roosendaal bekent op de clubwebsite dat toen in 2001 intern bekend werd dat de eigen spelers op wedstrijden gokten, er meteen een verbod over werd uitgesproken. Sindsdien staat er zelfs in de afgesloten contracten met spelers en trainers, dat het voor hen verboden is op duels te gokken.
NAC-middenvelder Edwin de Graaf, genoemd door Maaskant als één van de gokkers in de tijd dat hij coach was van RBC, zegt op NAC TV dat hij teleurgesteld is in de uitspraken van de oefenmeester. ,,Vooral omdat het zes jaar geleden is en het niets voorstelde", aldus de Graaf.

