De eerste helft begon veelbelovend met een riante mogelijkheid voor De Graafschap. Er stonden pas zestig seconden op de klok toen spits Donny de Groot in scoringspositie knullig over de bal heen maaide. Ook Sparta wist in de eerste minuten tweemaal in het doelgebied van De Graafschap door te dringen. De spectaculaire openingsfase mondde echter uit in een zeer armoedige eerste helft, waarin elk spoor van creativiteit ontbrak.
De tweede helft vertoonde aanvankelijk hetzelfde spelbeeld, totdat Sparta besloot wat meer druk naar voren te zetten. Na een uur spelen resulteerde dit in een opgelegde mogelijkheid voor Arne Slot. De Spartaan kreeg alle tijd en ruimte om de bal van dichtbij in de hoek te mikken, maar schoot tegen doelman Jimmy van Fessem op.
De kans was voor Sparta het teken om nog meer de aanval te zoeken, ongetwijfeld in de veronderstelling dat er vanavond wel wat te halen viel tegen de weinig overtuigde thuisclub. Twintig minuten later keken de Rotterdammers tegen een pijnlijke 4-0 achterstand aan. Achtereenvolgens Lasse Schöne, Berry Powel, Leon Hene en Donny de Groot zorgden voor de doelpunten.
De openingstreffer was het fraaist. Schöne rende met de bal aan de rechtervoet de zestienmeter binnen, kapte een verdediger uit, en schoof de bal vervolgens met links langs doelman Sander Westerveld. Ook de laatste goal was aardig. Op een moment dat Sparta de wedstrijd allang had opgegeven, poogde Graafschap invaller Will Johnson met een omhaal Westerveld te verschalken. De poging laakte precisie, maar Groot schampte de bal dusdanig dat de bal alsnog in de bovenhoek verdween: 4-0.
Die uitslag was weliswaar geflatteerd, het toonde wel aan dat De Graafschap zonder meer bestaansrecht heeft in de Eredivisie. Sterker nog, na een kwart van de competitie staat de ploeg stevig in het linker rijtje, op een positie die recht geeft op deelname aan de play-offs om Europees voetbal.
Hoe anders is het bij Sparta. De Rotterdammers wachten nog altijd op de eerste overwinning.
