Van Basten was na afloop van het duel teleurgsteld, maar was wel realistisch. "Als je ziet hoeveel kansen zij hebben gehad, dan is het een raadsel hoe het kan dat het tot tien minuten voor tijd nog 1-1 stond. Het is teleurstellend om twee keer na de groepsfase te worden uitgeschakeld. Ik had er vandaag een goed gevoel over, maar we begonnen al snel angstig te spelen."
Nederland voetbalde vanaf de eerste minuut ondermaats. Geen moment legde de ploeg het sprankelende spel als eerder tegen Italië en Frankrijk op de mat. De Nederlandse voetbalmachine stotterde en kwam nauwelijks aan voetballen toe. Na acht minuten kreeg Roman Pavluchenko de eerste kans van de wedstrijd. De spits mocht, na een goede voorzet van de rechterkant, geheel vrij inkoppen, maar de Russische spits zag zijn inzet over het doel verdwijnen.
De slaperig ogende Hollanders waren door deze mogelijkheid gewaarschuwd, maar ontwaakten niet. Andrei Arshavin was na een half uur spelen dicht bij een voorsprong voor Rusland, maar Edwin van der Sar hield Oranje op de been. Niet lang daarna liet Denis Kolodin Nederland beven, maar de pegel van afstand ging net naast.
Pas vlak voor rust kreeg het Nederlands elftal de eerste, echte kansen. Ruud van Nistelrooij krabbelde snel op na een vermeende overtreding en schoot direct, maar Igor Akinfeev keerde de knal van de spits. Ook Rafael van der Vaart was, na een fout in de Russische defensie, dicht bij een treffer, maar hij schoot op de vuisten van de sluitpost van Rusland.
Ook in de tweede helft waren de Nederlanders overal een stap te laat. De Russen waren feller en gretiger in de duels en het team van Hiddink kwam in de 56ste minuut op een verdiende voorsprong. Pavluchenko kroop voor Joris Mathijsen en tikte, na een uitstekende voorzet van Sergei Semak, de bal achter de aan de grond genagelde Van der Sar.
Oranje zocht naar de gelijkmaker, maar de beste kansen waren voor de Russen. De opgekomen Aleksandr Anyukov zag zijn schot worden gekeerd door de Nederlandse doelman en de overmoeibare Semak zag zijn voorzet op de lat belandden.
Vijf minuten voor het verstrijken van de speeltijd gaf Ruud van Nistelrooij Nederland weer hoop. De spits van Real Madrid kopte een vrije trap van Wesley Sneijder op uitstekende wijze achter Akinfeev en bracht het Nederlands elftal terug in de wedstrijd. Kolodin kreeg niet lang daarna zijn tweede gele kaart van de wedstrijd, maar de Slowaakse arbiter Lubos Michel trok de prent terug, omdat de bal eerder over de achterlijn zou zijn geweest.
In de extra tijd waren de Russen oppermachtig en leek het wel een schiettent achterin bij Oranje. Invaller John Heitinga kreeg geen grip op Arshavin, die zich steeds meer ontpopte als de architect van het Russische elftal. De aanvaller bracht in de tweede helft van de verlenging invaller Dmitry Torbinsky in stelling, die daarop Rusland wederom de voorsprong bezorgde. Enkele minuten later besliste Arshavin de wedstrijd. De aanvaller van Zenit St. Petersburg bekroonde een uitstekend duel met een doelpunt en dompelde Nederland in rouw.
Hiddink roemde na afloop de instelling van zijn spelers: "Na de gelijkmaker dacht ik dat we het moeilijk zouden krijgen, maar ik denk dat mijn ploeg het fantastisch heeft opgepakt. Technisch en fysiek was het in orde."