Van Loen vervolgde in het TV-programma NOS Studio Voetbal dat hij na zijn vertrek als assistent-trainer bij de club uit de Domstad slechts kortstondig met Van Hanegem had gesproken. "Na de middaglunch donderdag hoorde ik dat ik moest vertrekken. 's Morgens heb ik nog de training geleid en wist ik van niks. Daarna heb ik Van Hanegem even aangeschoten. Hij was emotioneel, hij liet een traantje. Maar zei verder 'jongen, ik heb haast. Ik ga onder even mijn spullen pakken. Ik dacht dat hij ook zou vertrekken."
"Dinsdag hadden we nog een goed gesprek. Het ging alleen over voetbal. Geen enkele keer kwam naar voren dat ik niet goed zou functioneren. Die dag heb ik nog de beelden uitgezocht van NAC Breda voor de videoanalyse. Ik was echt verrast door de actie." Vorige week zou Van Hanegem echter Lex Schoenmaker hebben gepolst voor de functie van assistent-trainer. "Ik begreep dat Willem van Hanegem de vrijdag ervoor was gesignaleerd in de skybox van ADO Den Haag om Lex Schoenmaker te polsen. Als dat werkelijk zo is, is dat een zeer kwalijke zaak."
Voorzitter Jan-Willem van Dop en technisch directeur Piet Buter zeiden eerder dat de assistent-trainer wel op de hoogte was van de onvrede binnen de club. "Er is nooit wat op papier gezet door technisch directeur Piet Buter, dus ga je er vanuit dat je het goed doet. Er gaan rare verhalen over slechte chemie of slechte sfeer, maar er was nooit wat aan de hand. We kwamen altijd om kwart voor negen op de club en deden ons werk goed. Ik snap er niets van."
Van Loen nam het vooral op voor Rob Druppers en Maarten Arts. ,,Ongelooflijk dat de conditietrainer en keeperstrainer zijn ontslagen. Dat zijn individuen. Van Hanegem heeft regelmatig gezegd dat FC Utrecht er conditioneel nog nooit zo goed heeft voorgestaan als dit seizoen en Arts heeft Vorm naar Oranje geleid. Wat wil een club dan nog meer? Onvoorstelbaar."
Van Loen, die een half jaar geleden een nieuw contract kreeg bij FC Utrecht, hoorde dinsdag dat hij voortaan de persconferenties niet meer hoeft te voeren. "Daar was ik hartstikke blij mee, want ik ben geen hoofdtrainer en kan me dus niet uiten. Later kreeg ik altijd te horen wat ik verkeerd had gezegd of wat ik anders had moeten doen. Ik was blij dat ik er vanaf was. Maar het zou hier dus niet bij blijven."

