Villarreal knokt nog voor een plaats in de voorronde van de Champions League en gaf daarom meteen vol gas in El Madrigal. Het was Robert Pires die op aangeven van Ariel Ibagaza de 1-0 binnenkopte. In de tweede helft leek Real Madrid, waar de onzichtbare Klaas-Jan Huntelkaar in de rust werd gewisseld, de geest te krijgen, toen Gonzalo Higuain meteen na rust Rafael van der Vaart in staat stelde om van dichtbij de 1-1 binnen te tikken.
Maar daarna was het toch weer Villarreal dat de aanval zocht en dat werd beloond. Een voorzet kwam via Fabio Cannavaro voor de voeten van Cani, die niet aarzelde en de bal achter Iker Casillas kegelde: 2-1. Twee minuten voor tijd leek Villarreal bestolen te worden, toen Higuain in buitenspelpositie gelijkmaakte. Maar in de slotminuut ging Casillas in de fout; hij leek een cornerbal te vangen, maar liet hem door zijn vingers glippen, waarna Joan Capdevila de 3-2 binnenschoot. Daarmee zorgde hij niet alleen voor vreugde bij de Villarreal-fans, maar zeker ook bij die van Barcelona.
Voor Barça is het de eerste landstitel sinds 2006 en de tweede prijs in vier dagen, na de bekerwinst van woensdag. De ploeg van Josep Guardiola speelt zondagavond uit tegen Real Mallorca en kan zich vanaf nu gaan richten op de Champions League-finale tegen Manchester United op 27 mei.