Dat levert eigenlijk iedere keer hetzelfde beeld op. In dat hele grote stadion zitten op de hoofdtribune hooguit 750 thuissupporters, met dan nog een plukje meegereisde aanhang aan de andere kant. Het is een gevolg van de keuze van de club om altijd op amateurbasis te blijven spelen. Het clubmotto luidt ‘ludere causa ludendi’ – spelen om het spelen. Hoe nobel het streven ook is, voor groot succes heeft het niet gezorgd. En succes is, of we dat leuk vinden of niet, toch de publiekstrekker bij uitstek. Zo kan het dat Queen’s Park, vroeger een grootmacht met bijna honderdduizend mensen op de tribune, tegenwoordig een paar honderd man publiek overheeft.
Een van de mensen die nog op de tribunes zit, is de Schotse journalist Logan Taylor. Hoe kwam hij bij Queen’s Park terecht in een tijd waarin hun invloed op het Schotse topvoetbal al tanende was? “Ik ben opgegroeid met Queen’s Park. Familieleden van mij speelden er in het eerste of zaten in het bestuur. Er was nooit sprake van dat ik bij een andere club voetbal zou kijken. Het voordeel van het volgen van een kleinere club is dat je er echt deel van uitmaakt. Je kent de spelers bij naam, ze komen na de wedstrijd een biertje drinken. Maar goed, het amateurschap heeft ook nadelen. Spelers vertrekken vaak na een seizoen, waardoor structureel succes lastig is.”
Taylor kijkt bedenkelijk als gevraagd wordt naar het idee om misschien een verhuizing te overwegen naar een stadion met een wat meer passende capaciteit. “Ik zie er het punt niet van in. Het feit dat er zoveel lege stoelen zijn, is totaal niet relevant. Het is ons stadion en het trainingscomplex ernaast is ook van ons.” Dat veld, bekend als Lesser Hampden, heeft ook tribunes rondom. Kunnen ze daar niet beter gaan voetballen? “Er zijn mensen die dat inderdaad vinden, maar ik denk dat Hampden een enorme troef is. Wie wil daar niet om de week spelen?”
Wie wel eens bij Queen’s Park geweest is, weet dat het uit logistiek oogpunt een droom is: het scheelt weinig of alle aanwezigen hebben een eigen pisbak. Het stoort Taylor niet als hij elders af en toe moet wachten. “Nee. Wij weten hoeveel geluk we hebben. Iedere club zal op zijn eigen manier trots zijn op hun stadion, en terecht.” Is er dan echt niets dat hem ervan zal weerhouden om zich bij dat kleine plukje mensen te voegen? Jawel. “Als ze spelers gaan betalen, dan nok ik ermee.”

