“Er staat in Doetinchem een goede trainer voor de groep, een technische staf met ervaring en het systeem van de ploeg is voor elke tegenstander erg lastig te bespelen. Volgende week in de finale zal iedereen direct naar Roda JC wijzen als favoriet, maar ik moet het nog zien”, vertelt Fränkel tegenover ELF Voetbal.
Eerder schatte hij de kwaliteiten van de Superboeren ook hoger in dan die van Telstar, dat zondag op bezoek komt in Doetinchem en een 3-2 voorsprong verdedigt. “Op de eerste plaats is het knap wat Telstar onder trainer Mike Snoei dit seizoen presteert. In mijn tijd bungelden we altijd in de kelder van de Jupiler League. Dit seizoen beschikken ze over aardige, goede spelers. Maar De Graafschap schat ik kwalitatief hoger in. Bovendien is de ploeg goed op dreef.”
Achttien seizoenen prof
Fränkel was bijna achttien seizoenen in het betaalde voetbal actief. In 1995 debuteerde hij in het shirt van Telstar om drie jaar en 98 competitieduels later te worden ingelijfd door De Graafschap. Weer vier seizoenen en 108 Eredivisiewedstrijden later contracteerde Vitesse hem. In Arnhem was hij vijf jaar (129 wedstrijden) actief om op huurbasis terug te keren bij De Graafschap, waar hij nog eens 72 keer in de Eredivisie aantrad en 34 maal in de Jupiler League.

“Als ik Telstar en De Graafschap vergelijk, ligt mijn hart het meest in Doetinchem. Daar heb ik het langst gespeeld en daar ben ik groot geworden. Bij Telstar begon alles voor me. Was ik nog dat jongetje dat alles moest ontdekken en ook de wereld buiten het voetbal interessant vond. Bij De Graafschap werd ik een serieuze profvoetballer. Bij een fijne club met leuke mensen. Ik ben er al te lang niet meer geweest.”
In Doetinchem woonde hij ook. “Ik ben een rustig persoon en dat waardeerde ik zeker daar. Ik vond het wel lekker. Voor het eerst op mezelf. Niemand om me heen. In het begin was het druk. ’s Morgens vroeg vanuit Amsterdam naar mijn huisje en wat schilderen. Dan twee keer trainen en vervolgens weer verder met verven. Toen mijn huisje klaar was, zat ik daar goed.”
Carpoolen
“Toen ik naar Vitesse vertrok (in 2002, red.) ben ik weer in Amsterdam gaan wonen. In mijn tweede periode bij De Graafschap carpoolde ik met Yuri Rose en/of Oussama Assaidi.” Contacten heeft hij nauwelijks meer. “Met René Bot app ik nog af en toe. Mooie kerel. Een Rotterdammer die helemaal is verAchterhoeks. Echt een supportersjongen.”

Nadat Fränkel in 2012 stopte met profvoetbal, trok hij het shirt van DUNO Doorwerth aan. Toen uitkomend in de Vierde Klasse Zaterdag! “Bij De Graafschap was ik teamgenoot van Jeremy Overbeek Bloem. Toen hij naar Ajax Cape Town vertrok, spraken we af dat we nog één keer bij een club zouden samenspelen. Trainer Gerrit-Jan Barten had hem naar DUNO gehaald. Ik zocht een leuke club om ontspannen een balletje te trappen. Dat paste perfect. Dat uurtje rijden nam ik voor lief. Al trainen we nu in Wageningen, nog ietsje dichterbij. Dat de club daarna zo zou doorstoten, kwam voor mij ook onverwacht. De grote geldschieter van nu (Arjen Ploeg, red.) was toen nog nauwelijks betrokken bij de club.”
In zeven jaar klom DUNO op tot Hoofdklasser. Zaterdag werd na een zakelijke 0-1 zege bij DTS Ede de titel in de Eerste Klasse gepakt. “We hebben een mooi feestje gevierd”, vervolgt Fränkel, die in 2016 zelfs ongeslagen het kampioenschap greep. “Het hele seizoen lag de druk bij ons. Het vormt een uitdaging om het dan toch waar te maken. We hebben een goede groep. Geen spelers met haantjesgedrag of een Popie-Jopie houding. Dat is ook de kracht van deze groep gebleken. In de laatste drie wedstrijden van het seizoen willen we ook absoluut laten zien dat we een waardige kampioen zijn.”
Ajax
Fränkel hakte net na de winterstop de knoop door om nog zeker een jaar door te gaan. “Ik heb wel een afspraak gemaakt met de club. Mijn beide zoontjes spelen volgend seizoen bij Ajax. Ik wil hen op zaterdagochtend eerst zelf zien spelen. Als het niet anders kan, mag ik me van de club iets later melden of op eigen gelegenheid naar onze uitwedstrijd afreizen.” Of de oud-prof dan het shirt met rugnummer 42 aantrekt, weet hij nog niet. “Nu speel ik met 41, mijn leeftijd. Harry, een sponsor, bood me dit aan. Ook nu alweer 42. Het heeft zeker iets.”

Naast zelf voetballen kijkt de Amsterdammer ook verder. “Ik train nu Zeeburgia Onder 8 jaar. Vorig seizoen had ik de mini’s onder mijn hoede. Het Oefenmeester III-diploma heb ik op zak. Ik wil straks graag ook het vervolgdiploma II gaan halen. Ik trainde mijn jongste zoontje Derinio. Hij is nu acht jaar en gaat komend seizoen naar Ajax. Leroy, mijn oudste zoon, maakt de stap bij Ajax naar de Onder 11. Hij is nu tien jaar, maar in tegenstelling tot zijn broertje en mij een rechtspoot. Hij speelt ook vaker op het middenveld. Ik ben altijd linksback geweest. En nog steeds.” Fränkel zat dit seizoen regelmatig met Leroy in de Johan Cruijff Arena. “Vanuit de club krijgt hij twee seizoenkaarten. Voor hemzelf en voor een ouder.”
Toekomst
Of ze hun vader straks bij DUNO nog met het nummer 43 zien schitteren, weet hij niet. “Ik blijf het van jaar tot jaar bekijken. Ik vind het spelletje nog steeds heel leuk. Ik kan ook niet begrijpen dat sommige spelers plotseling helemaal stoppen. Voetbal is voor mij in ieder geval mijn passie. Hopelijk kan ik nog zo lang mogelijk doorgaan.”


