Keeper:
Maarten Stekelenburg (Ajax)
“De meest complete en allround keeper die ik heb meegemaakt. Maarten beschikte over alles wat een doelman nodig heeft. Op het WK van 2010 beleefde hij zijn hoogtepunt. Toen was hij echt goed. Ik werkte altijd fijn met hem samen.”
Rechtsback:
Resit Schuurman (NEC)
“Eigenlijk wilde hij rechtshalf spelen. Verdedigend was Resit niet supersterk, maar hij kon geweldig voetballen. Na een geweldige sprint van hem scoorde Jarda Simr in 2003 op de slotspeeldag in de extra tijd waardoor we Europa ingingen. Resit is nog steeds een goede vriend.”
Rechter centrale verdediger:
Jaap Stam (Ajax)
“Hij werd naar Ajax gehaald om leiding te geven aan de jonge spelers. Dat deed hij met verve. Hij nam de organisatie op zijn schouders en aan alles was te merken dat hij veel had meegemaakt. Zijn mentaliteit, karakter en persoonlijkheid waren indrukwekkend.”

Linker centrale verdediger:
Danny Hesp (NEC)
“Bij NEC hadden we met Peter Wisgerhof, Robbie Wielaert en Danny een uitstekende driehoek, die heel goed kon samenspelen. We wisten precies van elkaar wat er moest gebeuren. Als ik uitkwam, liepen er automatisch één of twee jongens terug om de situatie mogelijk te herstellen.”
Linksback: Dedê
(Borussia Dortmund)
“Hij had alles wat een linksback nodig heeft. Hij kon goed voetballen, had veel snelheid en een enorme power naar voren. Stonden we in de 94ste minuut met 2-1 of 1-0 voor en er kwam een lange bal naar links, dan ging hij er vol overheen, maar verdedigde daarna ook als een gek terug. Hij kon zoveel lopen. Na wedstrijden organiseerde hij regelmatig feestjes bij hem thuis. Nam hij slush puppies mee van de club.”
Verdedigende middenvelder:
Robbie Wielaert (NEC)
“Toen hij naar NEC kwam, speelde hij in het begin op deze positie. Dat ging erg goed. Er stond dan een hecht blok. Hij kon goed koppen, timen en zocht altijd de voetballende oplossing.”
Rechtshalf:
Tomás Rosicky (Borussia Dortmund)
“De beste speler met wie ik heb gespeeld. Hij bezat alles wat een topspeler moet hebben. Hij was sierlijk en had zoveel power dat het leek alsof hij over het veld zweefde. Als persoon was hij heel rustig.”

Linkshalf:
Keisuke Honda (VVV-Venlo)
“In mijn eerste week bij VVV was ik verbaasd. Hoe kan het dat deze jongen hier speelt? Hij was zo goed. Hij deed dingen op de training die niet konden. Hij was belangrijk met vrije trappen, afstandsschoten en assists, die Sandro Calabro vaak binnenprikte. Topclubs hebben lang zitten slapen.”
Rechtsbuiten:
Youssouf Hersi (NEC)
“Eigenlijk hoort Youssouf op tien, kort achter de spits. Hij was een loopwonder. Na afloop kwam hij de kleedkamer binnen en leek het net alsof hij niets had gedaan. Hij oogde dan nog zo fris. Hij maakte ook veel doelpunten.”
Spits:
Klaas-Jan Huntelaar (Ajax)
“Hij beschikt over een neusje voor de goal. Klaas-Jan heeft ook iets met keepers. Na afloop van de training bleven we vaak op het veld voor afwerkoefeningen. Dat vonden Maarten Stekelenburg en ik heerlijk.”
Linksbuiten:
Urby Emanuelson (Ajax)
“Een goede en sierlijke speler. Hij rent zo gemakkelijk. Bij Ajax werd hij multifunctioneel ingezet en dat vertrouwen schond hij nooit.”
WISSELSPELERS:
Albert van der Sleen (NEC)
Christoph Metzelder (Borussia Dortmund)
Jeffrey Leiwakabessy (NEC)
Wesley Sneijder (Ajax)
Hicham Faik (Almere City)
Romano Denneboom (NEC)
Ruben Schaken (VVV-Venlo)
TRAINER
Johan Neeskens (NEC)
“Ik twijfelde over Bert van Marwijk, maar onder Johan heb ik langer gewerkt en plaatsten we ons voor de UEFA Cup. Ik had een goede band met hem. Hij keek naar de spelersgroep en bepaalde op basis daarvan de speelwijze. Hij wist elke speler op de juiste plek neer te zetten. Daardoor hadden we weinig spelers nodig. Buiten het veld was hij rustig.”


