Er zijn bloemen die in het begin van het lente meteen openklappen. Zonlicht, beetje water in de grond; waarom zou hij zich niet al aan de wereld laten zien? Andere bloemen hebben langer nodig. Ze wikken en wegen, komen in een enorm gevecht met zichzelf. Pas als alles – maar dan ook alles – acceptabel is om ook maar één centimeter open te klappen, komen zij uit hun schulp. Uiteindelijk kunnen die bloemen net zo mooi en imposant worden als de bloesem van de andere categorie. Ze hadden gewoon even tijd nodig.
Zo ook Mark Uth. In het tweede elftal van 1. FC Köln brak de spits niet door, waarna hij in Nederland zijn carrière probeerde op te pakken. Bij SC Heerenveen moest hij het echter aanvankelijk doen met een rol op het tweede plan. In een verhuurperiode bij Heracles Almelo herpakte hij zich enigszins, al was zijn seizoenstotaal van negen doelpunten niet per se indrukwekkend. Vanaf toen schoot Uth los. Bij terugkeer in Friesland werd de Duitser eerste spits en maakte hij in een sterk seizoen vijftien goals. Hij verdiende een transfer naar 1899 Hoffenheim. Na drie seizoenen bij de subtopper – met vooral een goed laatste jaar – verdiende hij een overstap naar Schalke 04.
“Hij laat zien dat je niet per se op je achttiende of negentiende al moet zijn doorgebroken, zoals een Matthijs de Ligt of Frenkie de Jong. En dat je ook heel ver kunt komen als je hard blijft werken en zorgvuldig de route bewandelt die goed voor je is, zoals hij heeft gedaan door naar Nederland te gaan”, zegt Simon Cziommer, ploeggenoot van Uth bij Heracles Almelo, in gesprek met De Telegraaf. Uth beaamt zelf ook dat zijn uitstapje naar Nederland de kern was van de ommekeer in zijn carrière. “Dat was een zeer belangrijke tijd voor mij”, meent de spits in gesprek met Kicker. “Ik kon mij er goed verder ontwikkelen en aan profvoetbal wennen.”

Wat die omslag precies teweegbracht? Het antwoord zit waarschijnlijk in het fysieke deel. Na zijn transfer van Keulen naar Heerenveen had Uth al snel een gekscherend predicaat te pakken. De technische staf zag in hem al snel ‘de luie Duitser’. “Ik weet nog dat ik zei: ‘Er zijn tachtig miljoen Duitsers op deze planeet en de enige luie hebben wij opgehaald..’”, memoreert Jan de Jonge, destijds coach van het tweede elftal van SC Heerenveen, in gesprek met de Leeuwarder Courant. Na twee jaar onder hoede van De Jonge (daarna ook Uths coach bij Heracles) was alles anders. Na terugkomst uit Almelo zag SC Heerenveen-coach Dwight Lodeweges plots een compleet andere Uth. Een die zwoegt, een die afjaagt, een die werkt. Het gaf de trainer reden hem ook op te stellen toen de doelpunten aanvankelijk uitbleven. Toen Uth vervolgens zelfs begon te scoren, was het feest compleet.
Mensen als De Jonge hadden Uth snel bij het vuilnis kunnen zetten. Maar ze bleven vertrouwen in hem hebben. Bleven werken met hem en zagen steeds verbeteringen. Het resultaat is dat de spits anno 2018 tot volledige bloei is gekomen. Uitgerekend in een interland tussen Nederland en Duitsland mag hij dat laten zien.

