Je nam een bijzonder record over van Clarence Seedorf. Jij was 16 jaar en 256 dagen oud toen je tien wedstrijden in de Eredivisie had gespeeld. Seedorf had het record in handen met 17 jaar en 3 dagen. Wat doet dat met je?
"Als jonge jongen zoveel spelen in de Eredivisie is heel gaaf. Het is mooi dat ik nu zo'n grootheid als Seedorf voorbij ben. Ik heb hem nooit live zien spelen, want toen hij speelde was ik nog jong. Voor mijn gevoel zit er voor mij nog heel veel aan te komen. Ik wil zeker niet stoppen met tien wedstrijden."
Hoe was het om je debuut te maken in de Eredivisie?
"Ik viel in maart in de uitwedstrijd tegen FC Groningen in voor Erik Bakker. Natuurlijk is dat spannend. We verloren met 2-0. Die week na mijn debuut stond ik tegen Feyenoord in de basis. Dan voel je die spanning opnieuw. Ik denk wel dat hoe meer je speelt, hoe minder spannend het is. Het is wennen."
Jouw maatje Dirk Marcellis besloot in september te stoppen vanwege een slepende knieblessure. Wat betekende Dirk voor jou?
"Ik was vijftien jaar toen ik met het eerste elftal mocht meetrainen. Het is dan heel prettig om zo'n ervaren jongen naast je te hebben die je helpt, meeneemt en dingen uitlegt. Dirk is een fijne vent en was een goede voetballer."
Je eerste amateurclub was het Zwolse CSV'28. Hoe ben je eigenlijk bij PEC Zwolle terechtgekomen?
"Vroeger was ik nooit echt de beste speler bij mijn amateurclub. Toen ik vijf jaar was zat ik in de F9 of F10. Uiteindelijk mocht ik toch naar de F1. Het seizoen daarop stroomde ik door naar de E1. En twee jongens van mijn team zaten toen al bij PEC Zwolle. Uiteindelijk viel ik blijkbaar ook op en werd ik uitgenodigd om bij de voetbalschool te trainen."
Vanuit PEC Zwolle Onder 19 maakte je al snel de stap naar het eerste elftal. Wat deed dat met je?
"Als jochie zat ik op de tribune naar Bram van Polen te kijken en nu sta ik gewoon met bram op het veld. Het geeft echt een kick als je in een vol stadion mag spelen. Het is mooi om nog een rondje te open als je hebt gewonnen. Ik zie dan veel bekenden op de tribune, omdat ik in Zwolle woon. Het geeft een goed gevoel om de mensen blij te maken."
Bij de amateurs voelde je vast veel minder druk. Mis je de sfeer van amateurvoetbal eigenlijk nog?
"Ik wil niet zeggen dat ik verlang naar de amateurs. Af en toe kijk ik wel een wedstrijd van jongens van mijn eigen leeftijd of van mijn broertje Rav. Die speelt ook bij PEC. Dan denk ik terug aan de tijd dat er geen druk op stond. Ik mocht dribbelen, lopen met de bal en gekke dingen doen. Soms mis ik dat wel, net als het geinen met vrienden tijdens de wedstrijd. Nu gaat het om het echie en is het super serieus."
Je bent de jongste in de kleedkamer. Heb je daar wel iets te vertellen?
"Dat is soms lastig. Ik zit niet met mijn leeftijdsgenootjes. Dan ben je met elkaar in de kleedkamer en beginnen teamgenoten over de inrichting van hun huis te vertellen. Ik zit er dan maar een beetje bij, want ik woon nog bij mijn ouders. Grapjes worden er ook gemaakt. Aan het eind van vorig seizoen moest de dochter van Bram van Polen voor school koekjes verkopen. Bram ging iedereen langs of ze iets wilden kopen. Ik wilde dat wel doen.Toen hoorde ik iemand in de verte roepen: 'Nee bram niet doen, Sepp moet zelf ook nog koekjes verkopen.' Dat soort dingen. Het is totaal niet erg. Het is juist fijn dat de jongens grapjes met je maken. Het is een teken dat ze je accepteren."
Begin september zat je voor het eerst bij Oranje Onder 19. Hoe was dat?
"We gingen met Oranje onder 19 naar Engeland. Bij die wedstrijd bleef ik nog op de bank. Natuurlijk was het even spannend, want het was de eerste keer dat ik echt bij het elftal zat. De jongens zijn allemaal een jaar ouder dan ik. We namen ook een kijkje bij het complex van het nationale team van Engeland. Dat was echt leuk. Een paar dagen later maakte ik in Uden mijn debuut voor Oranje Onder 19 tegen Tsjechië Onder 19. Heel bijzonder."
Zijn profvoetbal en school goed te combineren?
"Het is moeilijk en heel zwaar. Je mist soms lessen of moet heel snel naar school. Ik zit nu op een speciale school in Zwolle waar je sport en school kunt combineren. Daardoor gaat het beter. De school zit naast het stadion van PEC Zwolle. School vinden ze erg belangrijk, maar sport ook. Iedereen traint daar en er is een speciaal lesrooster. Ik val daar net buiten, omdat ik op andere tijden train. Ze helpen mij goed en het is dus haalbaar."
Je wordt gezien als een supertalent, maar heeft Sepp van den Berg eigenlijk zelf een idool tegen wie hij opkijkt?
"Lionel Messi vind ik de beste speler van de wereld. Ik houd van zijn dribbels en de manier waarop hij tegenstanders passeert. Ja, eindigen bij Barcelona zou voor mij zeker supermooi zijn. Ik denk dat dat voor elke speler een droom is."