“Ik werk veertig uur in de week als werkvoorbereider in de funderingstechniek. We houden ons vooral bezig met het verankeren van damwanden. Ik begin om half acht en werk vervolgens tot vier uur. Dat heb ik bewust zo ingepland, omdat ik nog een flink stuk moet rijden naar IJsselmeervogels. Op trainingsdagen kom ik thuis, smeer ik mijn boterhammen en binnen een halfuur zit ik in de auto naar de club. Het zijn lange dagen, want ik ga om kwart over zeven de deur uit en ben meestal pas weer rond elf uur thuis.”
Op de rug gekeken, in het shirt van IJsselmeervogels
“Ik heb gelukkig nog geen last gehad van files, maar als het weer slechter wordt dan zal dat vast gaan gebeuren. Momenteel doe ik er vanuit mijn woonplaats Werkendam een klein uurtje over. Overdag zit ik op kantoor, waardoor het fysiek niet zo zwaar is. Maar het is meer het feit dat je weinig vrije tijd hebt doordeweeks. Uiteindelijk heb ik alleen de zondag waarop ik echt iets voor mezelf kan doen. Dat is weleens lastig, maar voetbal is uiteraard ook een vorm van ontspanning en ik rijd dan ook elke keer met plezier naar de club.”
Trainerschap
“Doordat ik vroeg op de club ben praat ik weleens met trainer Ted Verdonkschot over tactische zaken. Een open relatie is belangrijk en ik vind het interessant om met hem over tactiek te praten. Het trainerschap trekt me sowieso aan en ik ben dan ook bezig met vragen als hoe we het beste druk kunnen zetten. Ik was in de eerste wedstrijd direct aanvoerder. Dat voelt natuurlijk, want bij Kozakken Boys zat ik al op jonge leeftijd bij de selectie en was ik al aanwezig. Gewoon door te coachen en naarmate je ouder wordt, neemt dat alleen maar toe. Ik ben geen type dat het hoogste woord heeft in de kleedkamer, maar ik ben ook zeker niet bang om mijn mening te geven.”
“Bij IJsselmeervogels hebben ze niet specifiek tegen me gezegd wat ze van me verwachten, maar ze hebben me gehaald op basis van mijn spel bij Kozakken Boys. Dus wat ik daar deed, moet ik ook bij IJsselmeervogels laten zien. Vorig jaar oktober werd de transfer al afgerond. Vrij vroeg, maar het jaar daarvoor had ik ook al contact gehad met de club. Voor mij was het al snel duidelijk dat ik een keer in mijn loopbaan naar IJsselmeervogels wilde. Het was alleen wachten op het goede moment. Ik ben vorig jaar naar Werkendam verhuisd en vanaf daar rijdt het makkelijker aan dan vanuit mijn oude woonplaats. Dus dit seizoen was het ideale moment om de stap te zetten.”
“Of de Tweede Divisie mijn top is? Momenteel absoluut. Maar wanneer ik rond mijn twintigste de stap naar de Keuken Kampioen Divisie had gezet, dat had ik daar ook meegekund. Dat geldt voor alle spelers die in de Tweede Divisie voetballen, want het verschil tussen beide competities is echt niet zo groot. Alleen weet ik niet of je vrolijk wordt van voetballen bij de onderste ploegen in de Keuken Kampioen Divisie. Ik heb jarenlang bij Feyenoord in de jeugd gevoetbald en gedroomd van het profvoetbal, maar ik lig er niet wakker van dat ik het uiteindelijk niet heb gered. Ik heb het nu immers ook uitstekend naar mijn zin.”
Klein gekomen, groot gegaan. De fans van Kozakken Boys waarderen Stout

