Net als Dest heeft Stewart de Nederlandse én Amerikaanse nationaliteit. Met de keuze van Stewart ging een stuk minder druk gepaard, dat is een ding wat zeker is. Stewart schopte het als profvoetballer tot NAC Breda, VVV-Venlo, Willem II en DC United. 'Pas' op zijn 21ste kwamen de Verenigde Staten in beeld voor hem. Hij had in 1990 net de transfer van VVV-Venlo naar Willem II gemaakt, toen Bob Gansler hem liet debuteren in de Amerikaanse nationale ploeg.
Aanzien
Stewart mocht dan voor kleinere clubs in Nederland spelen, hij groeide in Amerika uit tot een icoon. Hij speelde drie keer op een Wereldkampioenschap, zette 103 interlands achter zijn naam en maakte achttien goals. Hij geniet in de Verenigde Staten nog steeds aanzien voor zijn rol in het nationale team.
Dat blijkt wel uit de recente ontwikkelingen. Stewart is in 2018 naar voren geschoven als algemeen manager van de Amerikaanse voetbalbond. Beter nog dan voetballen kan hij namelijk sturing geven aan een organisatie. Dat bewees hij al bij onder meer AZ. Via de Alkmaarders speelde hij zich in de kijker bij de Amerikanen. Eerst trad hij in dienst bij Philadelphia Union, daarna bij de bond.
Geen WK-belofte
In zijn rol als algemeen manager zat Stewart onlangs ineens aan tafel met een jongen die voor dezelfde keuze stond. De Amerikaanse bondscoach aan zijn zijde, om de achttienjarige Sergino Dest van Ajax te overtuigen om voor Amerika te kiezen. Stewart gaf aan dat hij zich uitstekend kon verplaatsen in de situatie van Dest. Logisch, voor iemand met 103 interlands voor deze ploeg achter zijn naam.
Stewart maakte zelf zoals gezegd drie WK's mee. Dat vooruitzicht kon hij Dest niet beloven, want Amerika miste het afgelopen WK. Maar met de huidige talentenpoel, ook nog aangevuld met de jonge Ajacied, wijst alles erop dat de Verenigde Staten weer mee gaat tellen. Met de Amerikaanse Nederlanders Dest en Stewart voorop in de strijd.

