Het is een kippenhok als we het huis van Chés oma binnenlopen. Het hoekhuis aan de rand van Almere geldt als het centrale punt van de familie. Alle familieleden hebben de sleutel en meerdere keren per week komen de bloedverwanten samen om te dineren. Eten speelt dan ook een prominente rol in de van origine Surinaamse familie. Ook nu Ché in Tilburg voetbalt komt hij nog regelmatig langs. “Ik ga elke vrijdag terug naar Almere”, vertelt hij, terwijl zijn oma het avondmaal bereidt. “Dan eet ik hier. Dat voelt vertrouwd, want het is net een zoete inval. Als ik tijd heb, rijd ik doordeweeks ook terug. Nu ik op mezelf woon kook ik wel vaker, maar bij oma eten is toch lekkerder.”
Het gekletter van pannen, borden en bestek overstemt ondertussen de pratende Ché. Het eten is bijna klaar. Broertjes, neefjes en nichtjes gaan iets anders doen. De drie belangrijkste vrouwen uit Chés leven blijven achter voor een uitgebreid gesprek. Moeder Jennifer, tante Daniëlla en oma die simpelweg oma wordt genoemd. Hoewel de decibelmeter minder hoog reikt, valt het allerminst stil. Vragen aan Ché worden meer dan eens beantwoord door oma of moeder. De voetballer is grootgebracht door de drie vrouwen die plaats hebben genomen aan de eettafel, want zijn biologische vader is al snel uit beeld. Ché is het eerste kleinkind. Hij is de Simba van de familie. Oftewel vrij vertaald uit de Disney-film De Leeuwenkoning: de koning van de familie.
Na zijn prachtprestatie tegen PSV
Oma: “Ik heb Chés favoriete gerecht klaargemaakt: Surinaams-Chinese Tayer Soep met rijst. In Nederland noemen ze dat gebonden soep, want in Suriname zijn de soepen over het algemeen steviger. Dit maak ik meestal voor Ché in aanloop naar een wedstrijd.”
Moeder: “We missen hem alle drie nu hij in Tilburg woont. Ik vlieg veel voor mijn werk en moest Ché op jonge leeftijd ook al vaak achterlaten, maar hij was altijd in goede handen bij mijn moeder of zusje.”
Tante: “Ché is grootgebracht door drie vrouwen.”
Moeder: “Als ik kan ga ik bij zijn wedstrijden kijken. En anders gaat mijn man.”
Oma: “Ik ben er praktisch altijd bij. Soms ook als hij in het buitenland moet spelen. Ik ben bijvoorbeeld in Turkije en Madrid geweest en heb ook geen wedstrijd van hem gemist bij Jong Ajax. Ik let goed op hem.”
Ché: “In de voetballerij heeft iedereen een mening over je. Voor sommige jongens kan dat moeilijk zijn, maar voor mij niet. Ik denk dat mijn thuissituatie me helpt, want ik ben met bepaalde normen en waarden opgevoed. Ik zal me nooit beter voelen dan een ander.”
De rest van het interview, over onder meer zijn jeugd, afkomst en Ajax, staat in ELF Voetbal nummer 11, die onlangs is verschenen. Daarin ook interviews met Donyell Malen, Naci Ünüvar, Nathan Rutjes, Ted van Leeuwen, Gustavo Hamer, Leroy Fer, een reportage rond het afscheid van Rafael van der Vaart, de hond uitlaten met Simon Makienok. En nog veel meer. ELF Voetbal nummer 11 ligt in de winkelschappen voor 5,50 euro en is hier te bestellen!