19-0
Koolmees slijt zijn zaterdagochtenden op de voetbalvelden van Rotterdam als trouwe supporter van zijn zoontje. Voor de aanvang van de lancering van het plan tegen discriminatie was de minister weer trouw langs de lijn te vinden om een ongelukkige 19-0 nederlaag te aanschouwen. “Ach, de ene week is het zo’n uitslag en de week erop winnen ze met ruime cijfers. Hij zit in de jongens onder acht, dus veel doelpunten”, aldus Koolmees, die van huis uit ook een favoriete club heeft. Hij is supporter van Feyenoord, en dan niet zoals zijn baas Mark Rutte ook nog van de helft van de andere Eredivisieclubs. Kortom: een man die zich ook privé bezighoudt met de mooiste sport die er is.
Of hij, samen met collega Bruno Bruins en KNVB-bewindsmannen Eric Gudde en Jan Dirk van der Zee het probleem kan oplossen? We denken van niet, en dat is geenszins omdat we de heren wantrouwen. Tegen discriminatie bestaan hulpmiddelen, maar geen tovermiddelen. Goede wil, die zien we voldoende. Koolmees, Bruins, Gudde en Van der Zee hebben écht de buik vol van dit probleem, zowel in het voetbal als in de maatschappij en het uit zich in een gedegen voorbereiding. Koolmees heeft als vader gelukkig geen ervaring met discriminatie in het voetbal.
Voorkomen én genezen
“Als speler helaas wel. Ik kan me nog wel herinneren dat ik een jaar of zestien was, dan zag je wel dat racisme ‘gewoon’ op het veld voorkwam, maar dan heb ik het wel over meer dan vijfentwintig jaar geleden. Dat was er zeker. Ik woon in Rotterdam, mijn zoon voetbalt in Rotterdam bij een heel gemengde voetbalclub, RVV Blijdorp. Tot nu toe zien we dat nog niet, daar ben ik blij mee. Dat heeft misschien met de leeftijd te maken, zo onder de acht, maar ik hoop dat het zo blijft. En daarom zijn we hier.”
‘Hier’ is dus de kantine van Zeeburgia, waar zojuist een plan gepresenteerd is om discriminatie in het voetbal te bestrijden. Een wedstrijd, noemde Anja van Ginhoven, perschef van de Oranje Leeuwinnen het per ongeluk, waarna ze zich meteen verbeterde: wedstrijden speel je tegen waardige tegenstanders. Racisme en racisten mogen die status niet krijgen. Wat is volgens Koolmees het belangrijkste aspect aan het plan waar hij de afgelopen maanden aan werkte? “Er is niet één punt het belangrijkste. Wat ik zo mooi vind, is dat het niet alleen gaat over straffen, maar ook over signaleren, acteren én voorkomen. Om jonge kinderen al bewust te laten worden van wat discriminatie doet. Het is denk ik heel goed dat we daarin investeren. Pilots die al lopen, tonen effect.”
Is er, tot slot, een verschil waarneembaar in discriminatie in het voetbal en die in de algemene maatschappij? “In de kern is het hetzelfde. In een voetbalwedstrijd komt er alleen wel emotie bij kijken, dat het dan eerder naar boven komt. Het zit natuurlijk in de maatschappij.”