Toch zijn het niet alleen grote ploegen die elk jaar mogen deelnemen aan de Croky Cup. Elke ploeg uit elke uithoek van België mag zijn kans wagen. Voor veel ‘kleinere’ ploegen kan de Croky Cup een opstap zijn naar de hoogste klasse en misschien zelfs internationaal voetbal.
Het begin van een enorm succesvolle carrière
Dat de Croky Cup voor de kleine clubs het begin van een grote carrière kan zijn, werd al meerdere malen bewezen. De eerste keer dat een niet-eersteklasser in de finale stond van de Croky Cup was in 1926-1927 toen Tubantia (een derdeklasser) het opnam tegen Cercle Brugge. Bijna dertig jaar later gebeurde dit opnieuw en waren het maar liefst twee tweedeklassers die het tegen elkaar uitvochten, namelijk RC Doornik en Verviers. Daring Brussel, een tweedeklasser, nam het in 1969-1970 in de finale op tegen Club Brugge en een paar jaar daarna was het SK Tongeren die het veld van SV Waregem betrad. In 2000-2001 speelde Lommel de finale tegen Zulte Waregem. De laatste keer dat een tweedeklasser de finale bereikte was in 2018-2019 toen KV Mechelen, toen nog deel van 1B, naar de finale kon doorstoten.
De weg naar internationale bekendheid ligt open
België is niet het enige land waar de kleinere ploegen de kans krijgen om het op te nemen tegen de toppers. Ook in het Verenigd Koninkrijk gebeurt dit, volgens flankaanvaller Leandro Trossard. Trossard is momenteel aan de slag bij Brighton & Hove Albion waar hij een contract heeft lopen voor vier jaar. In de Engelse competitie kunnen de kleinere ploegen strijden met de toppers tijdens de reguliere competitie. Volgens Trossard zou dit ook moeten kunnen in de Belgische reguliere competitie en niet alleen tijdens de Croky Cup. Hoewel deze verandering er nog niet direct aan zit te komen, kunnen de kleinere club nog steeds dromen om hun ambities ook buiten België waar te maken. Zo krijgt de winnaar van de Croky Cup een rechtstreeks ticket voor de poules van de Europa League mee naar huis.