“Mijn laatste jaar in Sydney was echt geweldig”, begint Van der Linden. “Helaas bleef het beperkt tot één jaar. Er is een fase in het seizoen geweest dat het hartstikke goed ging en dat de club dolgraag wilde verlengen. Dat was best een moeilijke beslissing, want we hadden net een kleine gekregen. Mijn zoontje is geboren in Australië. We hadden het onwijs naar ons zin, maar rond maart ging ik minder spelen en heb ik gezegd: ‘dit was het wat betreft mijn loopbaan.’”
Naast het voetbal genoot Van der Linden voor de volle honderd procent van het relaxte leven in Australië. “We hadden niet superveel vrije dagen. Eén keer hadden we vier dagen vrij en toen hebben we direct het vliegtuig naar het noorden gepakt om het Great Barrier Reef te zien. Echt geweldig. Sydney is ook prachtig. Je hebt er mooie stranden, heerlijke temperaturen en hele fijne mensen. Op vrije dagen ging ik naar het strand of bezocht ik het Opera House of de Harbor Bridge. En elke keer als er familie overkwam ging ik weer naar de mooie stranden voor de kust, maar dat verveelde nooit.”
Strand
Van der Linden woonde in een buitenwijk van Sydney en stond binnen tien minuten met de bus midden in het centrum van de metropool. “Het centrum bestaat vooral uit kantoren, maar Sydney is zo groot. Siem de Jong woonde bijvoorbeeld in de buurt van Bondi Beach en om naar hem toe te gaan moest ik een halfuur rijden. Naar de club was het ook een halfuur, maar ik woonde er prima. Ik hoefde maar naar beneden te lopen of ik stond op het strand. Na het Australische avontuur zijn we nog drie weken rondgereisd met een camper door Nieuw-Zeeland en aangezien we met een kleine niet 24 uur achtereen wilden reizen, hebben we nog een tussenstop gemaakt op Bali. Daar hebben we een week gezeten. Een mooi einde van een mooi avontuur.”
Ook over het voetbalniveau is Van der Linden te spreken. “Dat was goed, hoor. Anders, dat wel. Minder technisch en onwijs gedisciplineerd. Ze hadden ook een hele goede begeleiding met een geweldige conditietrainer. Alleen de jeugd en onderlinge concurrentie zijn veel minder. Het is dunbevolkt en niet sport nummer één. Rugby en Australian Football zijn veel groter. Dat laatste hebben ze me echt moeten uitleggen, want ik had het nog nooit gezien. Het is een gigantische sport, want ze spelen gewoon in stadions van tachtigduizend mensen. Het stond overal op, maar als buitenlander blijf het een vreemde sport. Ik heb geen wedstrijden live gezien, maar ben wel naar rugby geweest. Ik heb onder meer de Old Blacks van Nieuw-Zeeland gezien tegen het Australische elftal. Een mooie ervaring.”

