Het was op een zomeravond in 2001 dat Leo Beenhakker besloot naar het Duitse Ennepetal te rijden. Daar, in Nordrhein-Westfalen, speelde een jeugdteam van het Braziliaanse Cruzeiro op het terrein van TuS Ennepetal. Een week eerder hadden scouts van Ajax op een jeugdtoernooi in Terborg al hun oog laten vallen op Maxwell Scherrer Cabelino Andrade, spelend voor Cruzeiro. De Brazilianen gingen in de finale onderuit tegen Vitesse, maar Maxwell werd verkozen tot beste speler van het toernooi. Beenhakker, toen technisch directeur van Ajax, wilde de linksbenige Braziliaan snel zien en spreken. De ontmoeting met Beenhakker kan Maxwell zich negentien jaar later nog goed herinneren. “Mister Beenhakker vertelde dat hij en de scouts van Ajax enthousiast over mij waren. Hij vroeg al snel of ik naar Ajax wilde komen. Dat gebeurde via een Portugese tolk. Ik hoefde niet lang na te denken. Ik zag een avontuur in Europa wel zitten en dat is het geworden”, zegt tienvoudig Braziliaans international Maxwell aan de andere kant van de lijn.
VOOR ALTIJD AJACIED
Hij belt vanuit Belo Horizonte, waar hij sinds een jaar woont. Maxwell is tegenwoordig ambassadeur van Paris Saint-Germain, waar hij vijfenhalf jaar speelde en twee jaar werkzaam was als assistent technisch directeur. Twee jaar woonde Maxwell alleen in Parijs na de scheiding met de moeder van hun vier kinderen. Zij keerde met hen terug naar Brazilië. “Een moeilijke periode. Ik had het naar mijn zin bij PSG, maar miste mijn kinderen elke dag. Daarom besloot ik terug te keren naar Brazilië, voor mijn kinderen. Het is nu fijn om hen vaker te zien, maar ik sluit niet uit dat ik op termijn weer naar Europa ga. Met name in Parijs en Amsterdam voel ik mij nog altijd thuis.”
In ruim vier jaar bij Ajax werd Maxwell twee keer kampioen, won hij een KNVB Beker, drie Johan Cruijff Schalen, bereikte hij de kwartfinale van de Champions League en werd hij in 2004 verkozen tot Voetballer van het Jaar in de Eredivisie. Maxwell kwam in dezelfde zomer als Hatem Trabelsi, Steven Pienaar, Mido en Zlatan Ibrahimovic naar Ajax. “Ik moest in het begin echt op adem komen van alle nieuwe indrukken. Alles was anders dan in Brazilië. Maar ik stond open voor nieuwe ervaringen. Dat moet ook als je wil integreren. Ik sprak bijna geen Engels, maar kon me wel redden met eten bestellen, haha. Gelukkig was Wamberto al bij Ajax. Hij kende Amsterdam, de club en de cultuur en hielp mij. Hij was een grote broer.”
“Ik zat met Wamberto in een taalklasje om Nederlands te leren. Zlatan en Mido deden daar ook aan mee. Ik heb veel respect voor onze leraar van toen. Hij had het niet makkelijk met ons, haha. Hij bleef altijd aardig en rustig. Mensen die anderen helpen om je in een nieuwe omgeving te helpen settelen vind ik bewonderenswaardig. Je kunt je als nieuwkomer anders eenzaam voelen. Ik kan Nederlands nog goed verstaan, maar praten is moeilijk. Toen ik Gregory van der Wiel bij PSG tegenkwam zeiden we soms voor de grap Nederlandse zinnetjes. Zoals: ‘Ik ben voor altijd Ajacied’.”
GROOT VERDRIET
Maxwell werd geboren in Cachoeiro de Itapemirim, niet ver van stranden met palmbomen aan de Zuidelijke Atlantische Oceaan. Met zijn ouders en twee oudere broers groeide hij in de jaren tachtig op zonder zorgen. “Mijn vader was ingenieur, mijn moeder lerares. Mijn broers en ik gingen naar goede scholen en hadden niets te klagen. We waren vaak op het strand. Voetballen, zwemmen, lol maken. Het was een mooie, onbezorgde tijd. Op mijn veertiende, vijftiende verhuisde ik naar een internaat van Cruzeiro, op zeshonderd kilometer van mijn thuis. Dat was niet makkelijk, maar op jezelf word je snel volwassen. Ik speelde bij Cruzeiro met jongens die later ook naar Europa gingen, zoals Maicon van Inter, Luisao van Benfica en Heurelho Gomes van PSV. Ik kon me toen nog niet voorstellen dat ik al snel naar Europa zou gaan.”
“Ik zag Ajax als tiener niet veel op tv, maar wist hoe groot de club was. En dat Nederland een groot voetballand is. Romário en Ronaldo gingen ernaartoe. De beelden van de Champions League in 1995 heb ik gezien. Ajax had veel topspelers die naar mooie clubs in Engeland, Spanje en Italië gingen. Ik kan me ook de WK’s van 1994 en 1998 herinneren met de wedstrijden tussen Brazilië en Nederland. Die liepen voor jullie niet goed af, maar ik ging met vrienden de straat op om Bebeto na te doen. Dan liepen wij met wiegende armen rond, zoals hij na zijn goal tegen Nederland. Ronald Koeman speelde nog bij Nederland. Ik vond hem een speciale speler. Dat hij later mijn coach werd bij Ajax vond ik heel bijzonder”, vertelt Maxwell, die in zijn eerste half jaar bij Ajax Co Adriaanse meemaakte. Nog voor de winterstop werd hij vervangen door Koeman. “Ronald en ik hadden vanaf de eerste ontmoeting een klik. We hebben nu nog contact. Ik heb hem een paar maanden terug een bericht gestuurd toen hij in het ziekenhuis lag en heb hem gefeliciteerd met zijn baan bij Barcelona. In mijn laatste jaren sprak ik ook met Ronald over wanneer ik moest stoppen. Hij zei dat ik moest blijven voetballen zolang ik er plezier in had en het nog kon. Voetballen blijft mooier dan in een andere rol bij een club werken, zei hij. Bij Ajax gaf Ronald mij ook veel advies en veel vertrouwen als linksback. Als jonge Braziliaan wilde ik constant aanvallen, maar door Ronald ging ik meer doseren. Tactisch denken. Als Hatem Trabelsi op rechts opkwam, moest ik blijven staan. En andersom. Ik heb veel goede coaches gehad maar Koeman was de belangrijkste in mijn loopbaan.”
“Hij was er ook voor mij toen een half jaar na mijn transfer naar Ajax mijn twee jaar oudere broer Gustavo zwaargewond raakte bij een auto-ongeluk. Ik vloog direct terug naar Brazilië, maar toen ik in het ziekenhuis aankwam was hij net een uur ervoor overleden. Ik mocht van Ronald en Ajax zo lang blijven als ik wilde. Ik nam de tijd, maar besloot na het afscheid van mijn broer terug te keren naar Amsterdam. Dat had Gustavo ook zo gewild. Het leven gaat door, al mis ik hem nog iedere dag. Mijn oudste broer en ik hebben een tattoo laten zetten om onze band met Gustavo te eren. Ik weet zeker dat hij van boven meekijkt. We waren veel samen, maar God gaf ons een ander pad. Ooit zullen we elkaar weer in de armen vallen. Ik ben iedereen bij Ajax dankbaar voor de steun in die periode. Mijn emotionele band met Ajax blijft daardoor sterk.”
THE GENTLEMAN
Maxwell begon bij Ajax met rugnummer 13 en ging van 15 naar 5. Hij werd de onbetwiste linksback in het Ajax van Ronald Koeman. Geliefd om zijn verfijnde balbehandeling en fluwelen traptechniek, en vooral om zijn bescheiden karakter en vriendelijkheid. “Maxwell is the best guy in the world”, zei Ibrahimovic over hem. In zijn boek I Am Zlatan noemt hij Maxwell ’te aardig’ en geen ‘typisch Braziliaans partybeest’. “Een gentleman”, zei Jan van Halst over Maxwell. En Nigel de Jong: “Maxwell is de meest complete en creatieve linksback met wie ik heb gespeeld. Wat hij met een bal kon: niet normaal.”
Aan de andere kant van de lijn lacht Maxwell om de uitspraken van zijn oud-teamgenoten. “Mooie woorden. Fijn om te horen. Ik heb me altijd gewaardeerd gevoeld door mijn teamgenoten binnen en buiten het veld. Dat is mij uiteindelijk veel meer waard dan alle prijzen. Die zijn heel mooi, maar de herinneringen aan al die jaren met mijn teamgenoten zijn voor mij de hoofdprijs. Ik heb in mooie landen gewoond, bij mooie clubs gespeeld en veel bijzondere en inspirerende mensen ontmoet. Mijn ouders hebben mij zo opgevoed dat ik open minded ben, niet bevooroordeeld en respect toon voor anderen. Dat wil ik mijn kinderen ook meegeven.”
Met Ibrahimovic bouwde Maxwell een bijzondere vriendschap op. “We zagen elkaar op Schiphol voor het eerst. We waren jong en kwamen in een nieuwe omgeving. Dan trek je naar elkaar toe. Er kwam een moment dat Zlatan vroeg of hij bij mij kon slapen in Ouderkerk. Hij had een woning in Diemen, maar moest wachten op zijn eerste salaris. Hij nodigde zichzelf toen uit bij mij, haha. Ik zei: ‘Nou, kom maar’ en we woonden een paar weken samen. Hij sliep op een matras op de grond. Zlatan was vrij fanatiek op de PlayStation, ik totaal niet. Ik heb er nooit iets om gegeven. We hebben wel uren met elkaar gesproken. Het voordeel van die tijd was dat er nog geen smartphones waren. Dat kun je je kinderen nu niet meer uitleggen. Wij spraken over alles in het leven, ons verleden en onze families. Bij mij thuis of in ons favoriete restaurant Cinema Paradiso. Later gingen we vaak naar het restaurant van de familie van Mino Raiola, die onze zaakwaarnemer werd. Mijn hechte vriendschap met Zlatan draait om loyaliteit en eerlijkheid. We zijn nu bijna veertig en hebben nog altijd veel contact. We blijven broers. Dat we na Ajax weer teamgenoten werden bij Inter, Barcelona en PSG maakte onze vriendschap nog hechter. Nooit gedacht dat onze vriendschap zo zou worden toen hij zichzelf uitnodigde, haha. Ik heb veel bewondering voor Zlatan. Zolang hij gelukkig is als voetballer hoop ik dat hij doorgaat.”
“Ik heb behalve met Zlatan ook veel contact met Yannis Anastasiou, een vriend voor het leven. Net als Wamberto. Wesley Sonck spreek ik ook geregeld. Na mijn vertrek bij Ajax in januari 2006 kwam ik vaak oud-teamgenoten als tegenstander tegen. Zlatan, maar ook bijvoorbeeld Cristian Chivu, Bogdan Lobont, Rafael van der Vaart en Wesley Sneijder. Ik speelde met Barça tegen hem in de halve finale van de Champions League in 2010. We verloren van Inter en Wesley was die wedstrijden fantastisch. Als ik terugdenk aan mijn teams bij Ajax hadden we geweldige spelers. Great young kids, maar ook ervaren spelers als Fred Grim, Aron Winter en Richard Witschge. Later kwam Jari Litmanen terug. Tomás Galásek en André Bergdolmo waren er ook. Wie ik ook nooit zal vergeten is Abubakari Yakubu. Hij stond regelmatig met Wamberto op z’n Braziliaans te dansen. Zowel in de kleedkamer als op het veld na een goal. Ik was niet zo swingend als hij, haha. Yakubu leerde het snel. Hij was een sfeermaker en een verbindende factor tussen de jonge jongens uit het buitenland en de Nederlandse jongens. Toen ik jaren terug hoorde dat Yakubu is overleden brak mijn hart. Hij was een heel lieve jongen buiten het veld, maar op het veld een strijder. Ook Zlatan trainde niet graag tegen Yakubu.”
BRAZILIAANSE TROTS
Maxwell speelde 156 officiële wedstrijden voor Ajax. “Het winnen van de eerste landstitel is een van mijn mooiste herinneringen. We stonden op een balkon het uitzicht op tienduizenden fans op het Leidseplein. Heel indrukwekkend. Een moeilijk moment was voor mij de uitschakeling tegen AC Milan in de kwartfinales van de Champions League. Ik deed de warming-up mee in Milaan, maar had te veel last van mijn linkerenkel. Ik zag de wedstrijd vanaf de tribunes. Die uitschakeling blijft heel pijnlijk. Ik leefde extra mee met het Ajax dat verloor van Tottenham Hotspur. Maar van die ervaringen leer je als jonge speler. Gelukkig heb ik met Barcelona nog een Champions League gewonnen. Of Zlatan niet jaloers is dat ik de Champions League heb gewonnen en hij niet? Haha, nee joh. Hij heeft een veel mooiere carrière dan ik. He is a legend of the game. Ik niet. Zlatan is samen met Leo Messi de beste speler met wie ik heb gespeeld. Ik vind het een eer dat ik hun teamgenoot was. Ze hebben allebei iets magisch. Ze blijven iedereen verrassen. En dat doen ze al meer dan vijftien jaar op topniveau.”
Het was in januari 2006 dat Maxwell, na de revalidatie van een zware knieblessure, vertrok bij Ajax en via Empoli bij Inter terechtkwam. “Het was niet makkelijk om Ajax en Amsterdam achter te laten, maar ik was toe aan nieuwe uitdagingen. Die vond ik eerst in Milaan en daarna in Barcelona. Toch waren mijn jaren daar anders dan bij Ajax. Ajax is mijn eerste grote liefde in Europa. Met PSG heb ik ook een hechte band. In Parijs heb ik eveneens mooie jaren beleefd en vrienden gemaakt. Ik werk nu als ambassadeur voor PSG en ben de club dankbaar voor die kans. Mocht de kans zich een keer voordoen, dan wil ik ook weer iets betekenen voor Ajax. Mijn telefoonnummer hebben ze nog wel, haha”, zegt Maxwell.
In zijn periode als assistent technisch directeur bij PSG was Maxwell betrokken bij onderhandelingen met Frenkie de Jong, voordat hij voor FC Barcelona koos. “Heel Europa kijkt de laatste jaren naar Ajax, wij ook. Ik heb met Frenkie gesproken, maar hij koos helaas voor Barça. Ik wenste hem veel succes bij Barcelona. Bij PSG spelen nu wel twee andere Nederlandse jongens: Xavi Simons en Mitchel Bakker. Ze hebben heel veel potentie en ik ben benieuwd naar welk niveau zij toegroeien. Ik volg PSG op de voet, maar houd Ajax ook nauwlettend in de gaten. Mooi dat ze met David Neres en Antony twee Braziliaanse topspelers hebben. Neres was lang geblesseerd, maar speelt onbevangen en lacht veel. Daaraan zie je dat hij zich thuis voelt bij Ajax. Fijn dat hij Antony kan helpen om dit seizoen ook zijn draai te vinden bij Ajax. Ik ben heel erg trots op David en Antony en hoe zij Brazilië vertegenwoordigen. In Brazilië is Ajax een grote club en er zijn veel jonge Brazilianen die nu Neres en Antony achterna willen gaan. Ik kan hen zeggen: Ajax is een ideale club om je carrière in Europa te starten.”