Dat het FC Twente voor de wind gaat mag na de uitzege op Ajax duidelijk zijn. Een mooie vijfde plek, alleraardigst voetbal en veel talentvolle eigen jeugd. Een van hen: Jesse Bosch uit De Lutte. “De sfeer op de club is goed, maar dat was ook zo nadat we verloren tegen RKC Waalwijk. Na een zege op Ajax neemt die sfeer uiteraard wel toe. We krijgen weleens commentaar van de trainer dat we niet genoeg van onze overwinningen genieten, maar dat was nu anders. In de kleedkamer was iedereen uitbundig en ook de busreis ging een stuk sneller dan normaal. Onze kracht? Het staat gewoon goed en we zijn bereid meters voor elkaar te maken. Of het doorslaggevend is dat de as weer Nederlands is, weet ik niet. Maar het is wel fijn dat besprekingen gewoon weer in eigen taal gaan.”
Zelf had Bosch voor het eerst sinds lange tijd geen basisplaats in Amsterdam. “Met Luka Ilic heb ik een concurrent die er later bijkwam en die steeds fitter wordt. Tegen RKC Waalwijk speelde ik niet goed. De trainer wisselt je niet als je iedere wedstrijd goed speelt. Ik speelde mijn wedstrijden op tien. Het klopt dat er in regionale media discussie is ontstaan over mijn ideale positie, maar mij maakt het niet uit of ik op acht of tien speel. In de jeugd begon ik vooral op zes en acht, maar de laatste vier jaar heb ik voornamelijk als aanvallende middenvelder gespeeld.”
Bosch, die begin februari 21 jaar wordt, is een middenvelder die veel energie in een wedstrijd legt. “Naast het veld ben ik juist rustig, maar op het veld ben ik een energieke voetballer. Dat is altijd zo geweest. Ik heb geluk dat ik conditioneel snel een hoog niveau heb en daarmee kan ik het verschil maken. Ik wist dat de mogelijkheid er was dat ik een basisplaats zou afdwingen. Ik krijg nu de kans, maar ben zelf ook beter geworden ten opzichte van vorig seizoen. In ieder geval vrijer. Tijdens de eerste lockdown ben ik geopereerd aan mijn kuit. Ik had een beknelde ader en kreeg vaak na een halfuur al kramp. Ik kon ermee spelen, maar het was moeilijk. Die lockdown kwam mij eigenlijk niet slecht uit, nee.”
In duel met Davy Klaassen
Spanje
Als tienjarige jochie werd Bosch gescout door FC Twente. Hij voetbalde daarvoor bij amateurclub SV De Lutte, uit het dorp waar menig profploeg in de zomer op trainingskamp gaat. “Ik begon in de D2 van FC Twente. Ik zat altijd bij de bovenste spelers van de ploeg en was regelmatig aanvoerder, maar het is niet zo dat iedereen over mij sprak. Vorig jaar ging ik voor het eerst mee op trainingskamp met de selectie. Naar uitgerekend De Lutte, waar ik geboren en getogen ben. Dat was speciaal, want als kind stond ik zelf langs de kant. Ajax ging altijd naar De Lutte en ik kan me ook Shakhtar Donetsk en Southampton herinneren. Ik wilde met iedereen op de foto en vroeg iedereen een handtekening. Het is al even geleden, maar ik sta zeker op de foto met Virgil van Dijk en Dusan Tadic.”
Hoewel Bosch nu vooral met zijn hoofd bij FC Twente is, heeft hij één grote voetbaldroom: ooit in Spanje spelen. “Ik wil eerst slagen bij FC Twente, maar vervolgens wil ik ooit in Spanje voetballen. Alles aan dat land vind ik mooi. Het eten, de series, de muziek, de taal... Ik heb echt een liefde ontwikkeld voor dat land. Ik heb ook een cursus Spaans gedaan, maar het is niet dat ik het vloeiend spreek. Nieuwe culturen ontdekken is een hobby van me. Het is zo’n tegenstelling met voetbal. Tijdens het seizoen ben je constant gefocust en heb je duidelijke doelen, terwijl ik met reizen rustig aan doe en me laat leiden. Ik ben naar Vietnam geweest met mijn opa en heb met twee vrienden Cuba bezocht. Op dit moment staat Colombia hoog op mijn lijst. Die reis wil ik al twee zomers maken, maar dat kan op dit moment helaas niet.”

