“We wonen midden in het centrum van Boedapest. De stad is prachtig en de mensen zijn heel vriendelijk. Vergelijkbaar met Nederland dus”, opent Van Nieff het gesprek via de telefoon. Sinds de zomer van 2019 is de 27-jarige Groninger actief op het hoogste niveau van Hongarije. Zijn club Puskás Akadémia is gevestigd in Felcsút, een klein dorpje net buiten de hoofdstad. “Boedapest is een echte toeristenstad. Daar moeten ze het van hebben. Het is minder dan in Amsterdam, waar het echt altijd druk is. Hier is het gelukkig nog te overzien.”
Het gros van zijn carrière speelde Van Nieff voor FC Groningen, waarmee hij in 2015 de KNVB Beker won. Nadat bekend werd dat zijn contract in 2018 afliep, aasde hij op een transfer naar het buitenland. “Ik wilde naar iets anders kijken dan Nederland: een andere voetbalcultuur. Natuurlijk ben ik op vakantie geweest in het buitenland, maar als je ergens woont krijg je veel meer cultuur mee dan dat je ergens twee weken bent.” Die zomer blijft een stap naar het buitenland helaas uit, waardoor Heracles Almelo hem voor één seizoen oppikt.
Na één seizoen in Almelo bracht zijn zaakwaarnemer goed nieuws: een stap naar het buitenland kon gerealiseerd worden. “Ik had zelfs nog andere opties om te tekenen, maar dit sprak mij het meest aan. Ik was nog nooit in Boedapest geweest en had enkel wat foto’s gezien. Mijn zaakwaarnemer was er wel geweest en gaf aan dat het een mooie stad is. Het plaatje klopte.”
Hypermodern
Van Nieff komt terecht in een nieuwe voetbalomgeving bij een hypermoderne club. Puskás Akadémia werd in 2005 opgericht en het stadion en trainingscomplex werden als het ware uit de grond gestampt. De faciliteiten zijn van uiterst hoge kwaliteit. “We hebben acht trainingsvelden: vier natuurgrasvelden, twee kunstgrasvelden en twee verwarmde velden. Daarnaast hebben we een wellness in het stadion en nog twee warming-upkamers.” Net wat luxer dan in Groningen, maar toch doet de club hem wel terugdenken aan zijn periode in het hoge noorden. “De club is heel familiair. Als ik iets wil hebben, stap ik bij de technisch directeur binnen vraag of het mogelijk is. In Groningen stond de deur van het kantoor ook altijd open.”
De Pancho Arena, het stadion van Puskás Akadémia, is in 2014 gebouwd en biedt ruimte aan ruim 3500 supporters. “Het dorpje heeft zo’n 1500 inwoners. Zelfs als het hele dorp zou komen, is de helft van het stadion leeg. Soms komt de helft van de dorpelingen niet eens kijken. Het stadion zit eigenlijk nooit vol. Alleen in de topwedstrijden.”
Nederlandse teamgenoot
Toen Van Nieff in Hongarije tekende, was hij de enige Nederlander in de selectie. “Ik vond dat wel prettig. Bij iedere nieuwe club in Nederland was er altijd wel iemand die ik kende. Ik wilde naar het buitenland om opnieuw te beginnen, om mezelf ergens anders te laten zien en te bewijzen wat ik kan.”
Een halfjaar later kreeg Van Nieff alsnog een teamgenoot die hij kende: Luciano Slagveer kwam over van FC Emmen. “Het was fijn dat hij erbij kwam. Je kan eindelijk weer je eigen taal spreken en dingen met elkaar delen. Het hielp ook dat hij dezelfde voetbalvisie heeft als ik.” Vanaf het eerste moment zijn ze vaak samen, onder meer omdat ze dezelfde zaakwaarnemer hebben en omdat Van Nieff van mening is dat hij zijn landgenoot moet helpen in de nieuwe omgeving. “Hij zat eerst in een hotel, vlakbij de club. Twee weken later vloog zijn vriendin ook over. We hebben ze opgevangen in ons huis. Uiteindelijk hebben ze hier twee weken geslapen, haha. Buiten het voetbal zijn we ook vaak samen, want onze vriendinnen kunnen ook goed overweg met elkaar.”
Postkantoor
Inmiddels is Van Nieff ruim anderhalf jaar actief in de Hongaarse hoogste divisie. De verschillen in faciliteiten tussen Nederland en zijn nieuwe club zijn groot en ook buiten het veld merkt hij verschillen. Over het meest bijzondere moet hij lang nadenken. Als Van Nieff het aan zijn vriendin vraagt, komt zij met een gevat antwoord. “Al je boetes misschien?” Lachend begint Van Nieff zijn verhaal. “Ze lopen hier achter op Nederland. Bij het parkeren moest ik in het begin nog bij een paaltje betalen.” Soms kon het met een app op zijn telefoon, maar niet overal ging dat goed. “Als je een boete krijgt, moet je naar een postkantoor toe om daar je boete te betalen.”
De verdedigende middenvelder heeft het naar zijn bij zijn club in Hongarije. De club is op hun beurt ook tevreden over de prestaties van Van Nieff, zo blijkt uit een Instagram-post van november vorig jaar. Daarin wordt groots aangekondigd dat Van Nieff zijn contract in Felcsút tot de zomer van 2023 heeft verlengd.