“Het was van niet kunnen lopen naar terug kunnen sprinten”, vertelt Elton Kabangu halfweg interview. Net na de uitbraak van het coronavirus werd ook hij geveld door het virus. Voor veel jongeren niet gevaarlijk, maar voor Kabangu wel. Hij lag op de intensive care en deed conditioneel een hele kledingkast aan jasjes uit. “Een zware periode in mijn leven, maar ik heb geluk gehad dat ik een geweldige moeder heb, steun vond in God en onder contract stond bij een uitstekende club.”
Kabangu vertelt vrij nuchter erover, maar hij verzekert dat hij zich heus zorgen heeft gemaakt. “Eerst denk je: wat gebeurt er met me? Maar daarna heeft mijn geloof houvast gegeven. Mijn moeder zei dat het goed zou komen en daar vertrouwde ik op. Ik las Bijbelteksten, bad drie keer per dag. Ik wilde rust in mijn hoofd hebben en dat heeft me daarbij geholpen.”
Naast God was ook Willem II van groot belang voor Kabangu. “Het begon al met dingen opsturen naar het ziekenhuis waarin ik lag. Ze hebben mijn appartement leeggemaakt. Brieven geopend, mijn familie bijgestaan. De eerste anderhalve maand nadat ik uit het ziekenhuis was, verbleef ik bij mijn moeder in België. Ik probeerde te wandelen, maar dat lukte amper. Later ging ik naar Tilburg, waar de club iedere dag eten bracht. Ik werkte aan mijn herstel, maar had daarna geen kracht meer om nog te koken. Het ging van Martin van Geel tot de terreinknecht; iedereen op de club heeft me geholpen. Toch wil ik de fysio’s in het bijzonder noemen: met hen heb ik tijdens mijn herstel een band opgebouwd voor het leven.”
Kabangu in actie tegen Vitesse
Congo
Of hij zich minder druk maakt om voetbal na wat hij heeft meegemaakt? Kabangu begrijpt de vraag, maar stelt dat voetbal nog steeds héél belangrijk voor hem is. Hij is invaller bij Willem II, maar zijn zware periode zorgt er heus niet voor dat hij zich daar makkelijker bij neerlegt. “Als voetballer wil je alles spelen. Ik ben volledig fit, want ik het hard doorgetraind in de vakantie. Nu is het zaak om geduld te tonen. Het is moeilijk dat ik in Tilburg nog niet heb laten zien wat ik kan, maar ik weet dat het eruit gaat komen. Is het niet dit seizoen dan wel volgend seizoen.”
Kabangu is inmiddels toe aan zijn derde jaargang in Tilburg, terwijl hij de twee jaar daarvoor uitkwam voor FC Eindhoven. “Ik zag in Nederland een goede kans om mijn debuut te maken in het profvoetbal. Ik hoefde geen twee keer na te denken toen ik de kans kreeg om naar Nederland te gaan. Het grote verschil zit in het voetbal. In België is het fysieker, is het veel meer lopen. De jeugd krijgt hier bovendien veel eerder een kans. Ik ben dan geboren in Kortrijk, maar mijn ouders zijn afkomstig uit Congo. Ik ben er zelf nog nooit geweest, maar ben weleens benaderd door de nationale bond. Maar om opgeroepen te worden moet je wel spelen bij je club. Dat is voor nu het grote doel: zoveel mogelijk speelminuten maken.”