Over zijn finest hour hoeft hij niet lang na te denken. "Voor de interland Nederland – Frankrijk in de ArenA (25 maart 2016, red.) maakte ik excuses bij mijn collegavoorzitter van de Franse voetbalbond. Ik moest voor de wedstrijd even weg en zou het begin missen omdat ik op het veld als bandlid de Marseillaise mee zou blazen. Ik kreeg een verbaasde blik als reactie. Drum- en Showband Adest Musica bracht die avond beide volksliederen ten gehore. Als KNVB-voorzitter gaf ik een interview voor het sponsormagazine van die muziekvereniging. Bleek de interviewer net als ik sousafoon te spelen. Aan het eind van het gesprek vroeg hij of ik eens mee wilde blazen. Zij regelden een sousafoon en kostuum en toen marcheerde en speelde ik met de band tussen vier andere sousafoonspelers op de grasmat van de ArenA. Mijn hoogtepunt als muzikant."
Het is Michael van Praag ten voeten uit. Als zakenman bouwde hij Take-Off Multitronics, dat elektronicawinkels op Schiphol en andere Europese luchthavens exploiteert, uit tot een miljoenenconcern. Als voorzitter van Ajax zag hij hoe zijn ploeg de Champions League won, de Wereldbeker pakte en zesmaal landskampioen werd en als UEFA-bestuurslid maakte hij vele finales en eindtoernooien mee. Maar achter zijn drumstel, de piano of met een blaasinstrument in de hand voelt hij zich op zijn plek. "Dat voelt voor mij als de ultieme ontspanning. Ik werd getipt om te gaan golfen. Dat lukte voor geen meter, omdat ik in mijn hoofd toch telkens met zaken bezig was. Met hardlopen hetzelfde. Met muziek kan ik me volledig van de buitenwereld afsluiten."
Stiekem luisteren
Van Praag groeide op in een muzikale familie. Oom Max van Praag scoorde in de jaren vijftig enkele Nederlandstalige hits, stiefvader Jack Philips was directeur van een platenmaatschappij en vader Jaap baatte een grammofoonplaatzaak uit aan het Amsterdamse Spui. "Mijn ouders hielden van klassieke muziek. Opera. Een genre dat ze graag op mij wilden overbrengen. Ik luisterde als kind op zondagavond stiekem naar Radio Luxemburg. Dat was de enige zender die hits uit de Verenigde Staten uitzond. Ik nam een transistorradiootje mee onder de dekens. Dat heb ik mijn ouders nooit verteld. Zij dachten dat ik vroeg naar bed ging om maandagochtend fris naar school te gaan."

"Ik ontdekte veel nieuwe muziek. Ik noteerde de titels, al kon ik die niet altijd goed verstaan. Met mijn verjaardag of met kerst of Sinterklaas stonden die singles op mijn verlanglijstje. Mijn vader kon ze vaak bestellen. Sommige singles kwamen speciaal over uit Amerika en zijn hier nooit op de markt gekomen. Ook vroeg ik vaak aan de verkoopster in mijn vaders winkel wat er nieuw was uitgekomen. Dan kon ik dat beluisteren. We verkochten zestig procent klassiek en veertig procent modern. Bij de meeste zaken was dat omgekeerd. Mijn eerste pick-up won ik met een prijsvraag. Ik wilde al vroeg drummer worden, maar mijn ouders wilden me geen drumstel geven. Ik kreeg een speelgoedtrommeltje met een bekkentje dat voor geen meter klonk. Daarop leerde ik drummen door mee te spelen met plaatjes. Mijn eerste single was (Till) I Kissed You van The Everly Brothers. Een swingend nummer, ideaal daarvoor."
Schoolband
Van Praag moest van zijn ouders op pianoles. "En dat niet alleen. Van mijn leraar mocht ik alleen klassieke muziek spelen, helaas geen modern. Dat was volgens hem slecht voor mijn aanslag. In de vijfde klas van de basisschool stelde meester Van der Vlist een schoolband samen. Bij Verkade haalde hij een aantal koektrommels en kartonnen trommels. Tijdens de eerste repetitie zag hij me met mijn handen trommelen. De meester zei direct: 'Jij doet mee'. Ik leerde alles zelf, heb nooit les gehad. Ik was en ben nog altijd een luie muzikant, haha. Ik kan strak drummen, ik swing. Maar ik ben niet erg technisch. Daarom noem ik mezelf geen goede drummer. Dat geldt ook voor piano en vibrafoon. Ik durf wel te zeggen dat ik op sousafoon heel goed ben. Als kind dacht ik er even aan om beroepsmuzikant te worden. Maar mijn moeder was hertrouwd met Jack Philips, de directeur van Philips Phonogram. Ze drukten me op het hart dat er geen droog brood in de muziekwereld te verdienen viel. Als ik nu naar beroemde groepen kijk, ben ik jaloers. Maar aan de andere kant heb ik ook de film van Queen (Bohemian Rhapsody, red.) gezien en andere verhalen gehoord over hoe artiesten worden geleefd door hun manager."
Hij pakt een singletje van de tafel op zijn kantoor. 'High Tide Formation' staat groot aan de bovenkant vergezeld van de tekst 'Jongste Nederlandse popgroup op de plaat'. "Dit is mijn neefje Chiel", zegt Van Praag, terwijl hij de tweede persoon van links aanwijst. We zien ook Ton Scherpenzeel en Pim Koopman. "Ik ben nog een blauwe maandag manager van de band geweest. Chiel vroeg me daarvoor, maar dat was helemaal niets voor mij. Optredens regelen en dergelijke. In 1972 is de band zonder Chiel en mij verder gegaan als Kayak. Prachtige muziek. De beste Nederlandse band aller tijden. Zo muzikaal, zo onverwacht, zo vreselijk goed. Earth & Fire, de Haagse band van Jerney Kaagman, zet ik op twee. Niet omdat de muziek zo uitzonderlijk goed is, maar vanwege Jerney. Zij zingt spatzuiver en heel hoog."

Van Praag is geen fervent concertbezoeker, geeft hij toe. "Al zag ik veel optredens in het Concertgebouw in Amsterdam. Met mijn vader stond ik vanaf mijn achttiende in het kraampje waar we tijdens de pauze en na afloop lp’s en singles van de bewuste optredende artiest of band verkochten. Als het concert was begonnen, liepen we de trappen op. We hadden geen stoelen, maar konden vanaf het balkon meekijken naar bijvoorbeeld James Last, Mireille Mathieu en Tom Jones. Het eerste concert dat ik bezocht, was van The Beatles. Mijn vader had via de platenmaatschappij kaartjes kunnen regelen. Mijn zus ging ook mee. The Beatles speelden in de veilinghal van Blokker (op 6 juni 1964, red.). We zaten op houten banken. Later stond iedereen daarop, haha. Het was nog in hun begintijd. Ze speelden nummers als All My Loving, Love Me Do en I Want to Hold Your Hand. De keuze voor The Beatles of The Rolling Stones was niet moeilijk. The Beatles lieten veel meer finesse zien, waren zoveel muzikaler. Zeker in die tijd. Ik heb alles van ze. Een paar nummers van The Stones vind ik mooi, maar het zijn rockers, hè. Niet mijn genre."
Hij pakt een cd van de stapel naast zich. The Greatest Hits van The Kinks. "Een van mijn grote favorieten. Ik houd ook van Chicago, Dusty Springfield, Fats Domino, Frank Sinatra. En van Herb Albert. Ik maakte nog deel uit van een bandje dat covers van hem speelde. Het livealbum Black & White Night van Roy Orbison vind ik eveneens ongelooflijk goed. Maar de Amerikaanse band die me het meest aanspreekt, zijn The Beach Boys. Ik draaide de muziek vaak als ik mijn dochter Nicoline (nu twintig jaar, red.) in de auto naar school bracht. Net als het Surinaams-Nederlandse Trafassi. Zij komt uit een heel andere tijd, maar houdt nu ook van deze muziek."
Veel lp’s of cd’s heeft Van Praag niet meer. "Als voorzitter van de KNVB reed ik jaarlijks 35- tot veertigduizend kilometer door het hele land. Ik wilde mijn muziek onderweg graag kunnen afspelen. Bijna al mijn lp’s heb ik gedigitaliseerd. Ik sloot mijn pick-up via een interface aan op mijn computer. De mp3-bestanden die zo ontstonden, staan nu op mijn telefoon en pc. De zoon van een vriend van me ging weer vinyl sparen. Het grootste deel van mijn platencollectie gaf ik aan hem. Ongeveer 150 stuks. Ik heb nog een paar lp’s, waar bijzondere herinneringen aan kleven, in de garage bewaard."
Carnavalsmuziek
Van Praag laat een korte stilte vallen. "Weet je waar ik ook van houd? Carnavalsmuziek. Minimaal een keer in de twee weken speel ik mijn volledige lijst af. Die muziek is zo gezellig. Hoe mijn gemoedstoestand ook is, het vrolijkt me altijd op. Ik kwam met carnaval in aanraking toen ik scheikunde ging studeren in Delft. Ik werd lid van de Delftsche Studenten Dans Harmonie, een oude jazz- en dixieband. We maakten ook hoempa. Ideaal voor carnaval. Jaarlijks traden we ‘s maandags op bij Café Pauwkes in Beek en Donk. Dat groeide uit tot een jaarlijkse reünie. De ene keer reisden we af met elf man, het volgende jaar met twintig tot 25. Wie zin had, mocht mee. Er ging natuurlijk veel drank in. Twintig jaar op rij speelden we in Beek en Donk, tot het café stopte."
"Dit is een topcarnavalsnummer", zegt hij, terwijl hij de hoes van Oh, wat leuk van Drs. P toont. Op de achtergrond klinkt het nummer kort. Van Praag: "Stoont als een garnaal van het Simplisties Verbond vind ik geweldig en deze." Vanuit de computerboxen schalt Bloemetjesgordijn van Wim Kersten door de werkkamer in Aerdenhout. “Dit nummer beschouw ik als grondlegger. André van Duin is een van de laatste artiesten die begrepen wat carnavalsmuziek inhoudt. Met de huidige stroming heb ik niets. Weet je wat ik het mooiste nummer vind?” Hij pakt weer een single van tafel: Oei, oei, dat was lekker van Sjef van Oekel. "Een nummer met een wat schuine tekst. Daar stond Sjef (de artiestennaam van Dolf Brouwers, red.) om bekend. Maar zet dit nummer op en het is feest."

Van Praags muzieksmaak is divers. "Ik heb twee jaar boven de grammofoonzaak van mijn vader gewoond. Dat speelt zeker een rol. Mijn favoriete genre is eigenlijk Latin. Maar ik ben ook gek op zigeunermuziek. De voorzitter van de Hongaarse voetbalbond wist dat. Tijdens een UEFA Congres in Boedapest maakten we een boottocht. Aan boord trad een twaalftal muzikanten op. De primas, de eerste viool, was virtuoos. En werd telkens door een ander uitgevoerd. De bandleden bleken deel uit te maken van 100 Tagu Ciganyzenekar (ook bekend als The 100 Gypsy Violins, red.). Prachtig. De volgende dag kreeg ik dvd’s en cd’s van mijn Hongaarse collega. Ik draai ze nog steeds." De muziekkeuzes van de voetbalbonden waren niet altijd gelukkig. "Udo Jürgens is een van mijn favoriete artiesten. Tijdens het FIFA Ballon d’Or Gala in 2013 trad hij op tijdens het diner. In plaats van op een podium hadden ze hem met zijn band in een hoekje weggezet tussen de tafels van het buffet. Niemand in Kameroen of Bhutan heeft ooit van Udo Jürgens gehoord. Twintig mensen stonden te kijken. Udo bood tussen twee nummers door zijn excuses aan dat hij de gasten stoorde met zijn muziek. Dat was best gênant. Zo’n grote stadion- en concertzalenartiest verdiende dat niet."
Twee formaties
Als drummer is Van Praag nu in twee formaties actief. Rond het jazzcombo PRFCT5 heerst door de coronacrisis radiostilte. "We hadden ontzettend veel plannen. Maar afgelopen jaar konden we één keer optreden: in september op een groot podium tijdens Prinsessendag in Den Haag." Met het Trio van Toen stond een theatertour gepland. "We namen een regisseuse in de arm voor de uitvoering. We mikken nu op het seizoen 2021/22. Normaal gesproken speelt het Trio jaarlijks 160 keer in verzorgingstehuizen. In grotere zalen kom ik als drummer erbij als vierde bandlid. Tijdens de crisis traden we coronaproof op in tuinen voor senioren. Hopelijk kan de tournee doorgaan. We brengen met ons programma een ode aan Max van Praag, Eddy Christiani en Annie de Reuver. Annie was de ex-vrouw van Jack Philips, de tweede man van mijn moeder. Naast het drummen zing ik ook een nummer van mijn oom Max: Als de deur zacht open gaat."
Op 20 april neemt Van Praag tijdens het congres in Montreux afscheid van de UEFA. "Dan stap ik na 32 jaar definitief als bestuurder uit het voetbal en kan ik nog meer tijd vrijmaken voor de muziek. Ik ben nu al druk bezig om mijn zelf gecomponeerde oude cabaretnummers in te spelen en te zingen. Die wil ik graag voor mezelf bewaren. Ik kwam daar als kind mee in aanraking door de liedjes van Jules de Corte. Hij schopte een beetje tegen de maatschappij. Al die liedjes leerde ik stiekem uit mijn hoofd. Ook probeer ik de samba op drums meer swingend te krijgen en pak ik stukken van bekende componisten op. Toen ik veertig was, kon ik de walsen, nocturnes en polonaises van Chopin goed spelen. Daarna is het door mijn bestuursfuncties weggeëbd. Ik werk nu hard om het weer mooi te spelen. Een kwestie van veel oefenen, studeren. De stukken zitten in mijn hoofd, de vingers weten welke kant ze op moeten, maar het gaat nog niet goed."
"Chopin is mijn favoriete componist. Bach vind ik ook mooi, de man van de contrapunten. Zijn composities bestaan uit een hele ingewikkelde structuur. Op dit moment ben ik bezig met de Goldberg Variationen. Niet met allemaal, sommige zijn te moeilijk of niet mooi. Ook studeer ik op composities als de Liebestraum van Liszt en de Mondscheinsonate van Beethoven. Ik heb nog veel plannen. Het liefst treed ik op voor publiek, samen met een band. Het muziekwereldje met die herkenbare humor is zo mooi. Dat mis ik nu zeker."
De vier kaders zijn exclusief in onze papieren editie te lezen. Dit interview met Michael van Praag stond in ELF Voetbal nummer 2 van 2021. Via deze link nog steeds handig en gemakkelijk online te bestellen. Binnen twee à drie werkdagen in huis.

