Keeper: Edwin van der Sar (Ajax)
“Edwin straalde veel rust uit. Dat geeft de rest van het team vertrouwen. Ook op trainingen vond ik hem moeilijk te verschalken. Edwin wist gevaar vaak vroegtijdig in de kiem te smoren, dankzij zijn voetbalintelligentie. In de omgang ook een fijne vent.”
Rechter centrale verdediger: Alex (PSV)
“Had als bijnaam ‘De Tank’, en terecht. Qua karakter typisch Zuid-Amerikaans, maar geen gemene speler. Het is mij op de training maar één keer gelukt om hem te passeren, haha. Nu was ik sowieso niet zo van het mannetje uitspelen.”
Centrale verdediger: Frank de Boer (Ajax)
“Door zich goed te positioneren wist hij al tegenstanders uit te spelen. Daarnaast was hij technisch enorm vaardig. Bovendien maakte het indruk hoe rustig Frank altijd bleef. Een leuke jongen met wie ik destijds veel gekaart heb.”
Linker centrale verdediger: Petter Hansson (sc Heerenveen)
“Petter kon eigenlijk helemaal niet zo goed voetballen, maar puur op karakter en inzet wist hij toch altijd te presteren. Spitsen uitschakelen was zijn specialiteit. Soms nam hij in zijn eentje de verantwoordelijkheid voor de hele verdediging. Dat was bijzonder knap.”
Rechtshalf: Jari Litmanen (Ajax)
“Op het juiste moment vertrekken: die kunst beheerste Jari tot in perfectie. Daarop volgde ook gelijk een goede eerste aanname. Met oud-Ajax hebben we later nog samen toernooitjes gespeeld. Altijd erg gezellig. Ook daar was hij op en top prof.”
Rechter centrale middenvelder: Phillip Cocu (PSV)
“Het is ongelooflijk hoe fit en goed die man nog was aan het eind van zijn carrière. In zijn spel was hij een leider, die je wist te raken als het moest. Phillip kon belangrijk zijn op de juiste momenten, zoals tegen Lyon en Vitesse. Destijds was hij een beetje de mentor van Afellay.”
Linker centrale middenvelder: Mark van Bommel (PSV)
“Een winnaar pur sang. Een klootzak om tegen te spelen, maar fantastisch als teamgenoot. Ik was een beetje bang voor hem toen ik naar PSV ging, maar Mark is een super aardige vent. Bijzonder dat iemand op het veld zo kan transformeren. Mark deed alles voor het team, en dat met één been. Met links deed hij nooit wat.”
Linkshalf: Michael Laudrup (Ajax)
“Ook op zijn oude dag droop de klasse er nog vanaf. Aan zijn aannames en simpele voetbewegingen merkte je gelijk dat hij op een heel ander niveau had gespeeld. Michael was een ster. Aan de manier waarop hij zich presenteerde merkte je dat hij zich om bepaalde dingen niet langer druk maakte. De rest van mijn team bestaat uit leuke jongens; Michael was echt een man.”
Rechtsbuiten: Gilles de Bilde (Sheffield Wednesday)
“Bijzondere jongen, wel met een gebruiksaanwijzing. Gilles had altijd leuke verhalen aan zijn kont hangen. Hij zocht de grenzen op en ging er ook weleens overheen. Een groot dierenliefhebber. Hij ging weg uit Engeland omdat zijn honden niet mee konden. Hij had het daar trouwens ook helemaal niet naar zijn zin.”
Spits: Bas Dost (sc Heerenveen)
“Een no nonsense spits die gewoon doelpunten wilde maken. Het Nederlands elftal was misschien een wat minder avontuur, maar dat past ook wel bij hem. Een nuchtere jongen met principes, dat beviel mij wel. Ik vond het een hartstikke leuk jaar met hem. Mooi om te zien hoe hij op die leeftijd voetbal beleefde.”
Linksbuiten: Afonso Alves (sc Heerenveen)
“Uniek wat die jongen kon. Zonde dat hij zijn carrière een beetje heeft vergooid. Ook een jongen met een gebruiksaanwijzing, maar dat werd geaccepteerd. Hij betaalde ons er op het veld voor terug dat hij soms te laat kwam. Of helemaal niet kwam opdagen. Bijzonder om erbij te zijn toen hij zeven keer scoorde tegen Heracles.”
Wisselspelers:
Heurelho Gomes
Roy Makaay
Jefferson Farfán
Shota Arveladze
Trainer: John van 't Schip (Melbourne Heart)
“Heel knap hoe John zich toen in Australië heeft geprofileerd. Hij moest uit het niets een team maken. Ik vond het een fijn jaar onder hem. Niet dat ik nou veel beter ben gaan spelen, ik was toen al 37. Maar hij liet het team wel aardig voetballen. Dat vond ik fijn. Aardige man, we spelen soms nog een potje padel samen.”