Begin april 1974 troffen Ajax en PSV elkaar in de halve finale. Sinds een thuisnederlaag tegen Feyenoord twee maanden eerder hadden de Eindhovenaren de aansluiting met de kop van de ranglijst verloren. Hoewel de meeste aandacht sindsdien naar de beker ging, won de ploeg van Kees Rijvers op eigen veld nog wel overtuigend van Ajax. Dat zag door die nederlaag concurrenten Feyenoord en FC Twente langszij komen aan de kop van de ranglijst.
Op neutraal terrein, een uitverkochte Kuip, leken de Amsterdammers tien dagen later revanche te nemen in een adembenemend voetbalgevecht. Binnen een minuut kwam Ajax op voorsprong. Arno Steffenhagen kon op de doellijn de score openen, nadat Gerrie Deijkers een voorzet van Arie Haan op zijn eigen lat kopte. Niet veel later vond Johan Neeskens met een fraai schot dezelfde plek op het houtwerk. Het liep lekker bij Ajax tot Barry Hulshoff na een half uur met een knieblessure naar de kant moest. PSV verloor op haar beurt voor rust Willy van de Kerkhof, terwijl de zorgen bleven rond Willy van der Kuijlen.
Vanwege diens gekneusde enkel liep Peter Kemper vanaf het begin van de tweede helft warm. Rijvers besloot nog even te wachten met zijn tweede en laatste wissel. Intussen hield Ajax voldoende controle over de wedstrijd. Na een uurtje rolde doelman Heinz Stuy een gevangen bal kalm voor zich uit om deze daarna uit te trappen zonder te merken dat de hinkende Willy van der Kuijlen in zijn rug sloop. Schrikkend van de plotseling opdoemende PSV’er greep de doelman mis, waarop de Helmonder met een bliksemsnelle voetbeweging de gelijkmaker binnentikte. Een kwartier later maakte Van der Kuijlen ook de tweede treffer van PSV, nadat Stuy te traag reageerde op zijn uithaal. Een tumultueuze slotfase volgde, maar treffers bleven uit. Kemper bleef tot de laatste seconde warmlopend paraat, maar ‘Skiete-Willy’ haalde op zijn tandvlees het slotsignaal.
PSV bereikte de finale, versloeg NAC met 6-0, veroverde een jaar later de landstitel en drong door tot de halve finale van de Europa Cup voor Bekerwinnaars. Het uitgeschakelde Ajax stond tien dagen later in brand na een interview met trainer George Knobel in het boulevardblad ‘Deze Week’ met de kop: ‘Ajax gaat kapot aan drank en vrouwen!’. Knobel werd op staande voet ontslagen, gevolgd door slechts één zege in de laatste vijf duels en daarna drie derde plaatsen op rij in de Eredivisie. Barry Hulshoff kwam de rest van het seizoen niet meer in actie, waardoor hij ook het succesvolle WK met Oranje miste.

