Waar veel mensen bij het horen van de naam Flick meestal niet meteen denken aan zijn carrière als voetballer, was hij ook daar zeer verdienstelijk. De verdedigende middenvelder beleefde zijn beste tijden bij FC Bayern München. Voor de Duitse recordkampioen kwam hij tot 104 wedstrijden en speelde hij onder meer de finale van de Europa Cup I. Door blessureleed speelde hij uiteindelijk maar tot zijn 28e op het hoogste niveau en al snel rolde hij het trainingsvak in.
Hoofdtrainer
Als trainer heeft Flick zich lange tijd omhoog moeten werken. Waar het begon bij de amateurs Victoria Bammental, ging Flick in 2000 naar TSG 1899 Hoffenheim. Na zijn tijd in Hoffenheim volgde vele jaren waarin de Duitse oefenmeester niet zelf voor de groep ging. Zo was hij assistent-trainer bij Red Bull Salzburg en het Duitse nationale team en was hij sportdirecteur bij datzelfde Duitsland en ook weer Hoffenheim.
Na een periode als assistent- en interim-trainer van Bayern München, werd Flick in 2020 aangesteld als hoofdtrainer van de Beierse club. Ondanks weinig ervaring op het hoogste niveau, verraste hij vriend en vijand in zijn eerste seizoen. Voor de tweede keer in de clubgeschiedenis won Bayern München de treble. In de Champions League finale werd met 1-0 gewonnen van Paris Saint-Germain. Ook in zijn tweede seizoen in München werd het kampioenschap binnengehaald, maar Flick kondigde aan dat hij aan het eind van het seizoen zou vertrekken.
Mislukt WK
Zijn volgende klus was weer bij het nationale elftal van Duitsland. Als hoofdtrainer begon hij ook hier goed. Met gemak plaatste Duitsland zich voor het Wereldkampioenschap van 2022. Het toernooi draaide echter uit op een regelrecht drama. In een poule met Spanje, Costa Rica en Japan eindigden de Duitsers als laatste. Flick behield zijn baan, maar na teleurstellende resultaten in aanloop naar het Europees kampioenschap in eigen land, werd hem de deur gewezen.
Deze zomer bleek de trainer uit Heidelberg de opvolger te worden van Xavi Hernández in Barcelona. Flick wachtte de zware taak om Real Madrid CF voorbij te streven met de financieel geplaagde Catalanen. Tot dusver slaagt hij daar dus opvallend goed in. Door twee gelijke spelen is het verschil met de Madrileense concurrent al zeven punten, maar Real Madrid heeft wel een wedstrijd minder gespeeld. Zo lijkt Barcelona dit seizoen echt de strijd aan te kunnen gaan om het landskampioenschap.