De club uit het noordoosten van Engeland wil langer dan één seizoen actief blijven op het hoogste niveau. Om die ambitie te verwezenlijken zijn meerdere aankopen gedaan. Inmiddels zijn er acht spelers vastgelegd waarvoor een transfersom is betaald. De goedkoopste van deze groep is doelman Robin Roefs, afkomstig van NEC. Voor hem werd 10,5 miljoen euro betaald, een bedrag dat door bonussen kan oplopen tot ruim dertien miljoen euro. Roefs maakt tot nu toe een uitstekende indruk. In de eerste oefenwedstrijd tegen Real Betis begon hij sterk en in de tweede wedstrijd tegen FC Augsburg stopte hij een strafschop. De 22-jarige doelman uit Heeswijk zal de concurrentiestrijd moeten aangaan met Anthony Patterson, die vorig seizoen slechts vier wedstrijden miste.

Sunderland keek ook naar België voor versterkingen. Aanvaller Chemsdine Talbi werd voor twintig miljoen euro overgenomen van Club Brugge. Middenvelder Noah Sadiki kwam voor zeventien miljoen euro van kampioen Royale Union Saint-Gilloise. Daarnaast werd verdediger Omar Alderete binnengehaald voor bijna twaalf miljoen euro. De Paraguayaan kwam van het Spaanse Getafe, waar hij 34 wedstrijden in La Liga speelde.
De drie duurste aankopen zijn Enzo Le Fée, die voor 23 miljoen euro van AS Roma kwam, Simon Adingra, die voor 24 miljoen euro overkwam van Brighton & Hove Albion, en Habib Diarra, de recordaankoop tot nu toe. Diarra kostte 31,5 miljoen euro en kwam van het Franse RC Strasbourg. De 21-jarige Senegalese middenvelder speelde vorig seizoen dertig wedstrijden in de Ligue 1.
Naast jong talent haalde Sunderland ook ervaring binnen. Granit Xhaka werd overgenomen van Bayer Leverkusen, Reinildo Mandava kwam van Atlético Madrid en Arthur Masuaku van Besiktas. Alleen voor Xhaka werd een transfersom betaald, vijftien miljoen euro. Dat was tegen de wens van trainer Erik ten Hag, die geen spelers meer wilde laten vertrekken bij Bayer Leverkusen. Toch besloot sportief directeur Simon Rolfes het bod op de Zwitserse international te accepteren, waardoor de 32-jarige middenvelder alsnog naar de Premier League vertrok.

In totaal heeft Sunderland 153 miljoen euro uitgegeven. Daarmee komt de club slechts twee miljoen euro tekort om het record te evenaren van de promovendus die in één transferperiode het meeste geld uitgaf. Dat record staat nu op naam van Nottingham Forest, dat in het seizoen 2022-2023 een bedrag van 155,2 miljoen euro uitgaf. Nottingham Forest slaagde er toen in het eerste seizoen in de Premier League te overleven en streed vorig seizoen zelfs tot de laatste speeldag mee om een plaats in de Champions League.
Aston Villa staat net onder Sunderland op de ranglijst van duurste promotieploegen. Die club gaf in het seizoen 2019-2020 148,6 miljoen euro uit. Villa speelde sinds de terugkeer op het hoogste niveau zelfs al in de Champions League. Niet alle grote uitgaven leiden echter tot succes. Vorig seizoen gaven de promovendi Ipswich Town en Southampton respectievelijk 125 en 117,2 miljoen euro uit. Beide clubs degradeerden na één seizoen. Southampton deed dat bijna als slechtst presterende Premier League-team ooit.
De bedragen waar Sunderland mee strooit zijn voor Nederlandse clubs onbereikbaar. PSV kende een drukke transferzomer en betaalde voor zes spelers een transfersom. Met de komst van Ruben van Bommel, Yarek Gasiorowski, Dennis Man, Kiliann Sildillia, Alassane Pléa en Nick Olij gaven de Eindhovenaren ruim 47 miljoen euro uit. Feyenoord besteedde net iets meer, maar bleef met ruim 56 miljoen euro eveneens ver verwijderd van het uitgavenpatroon van Sunderland. De Rotterdammers haalden Sem Steijn, Gonçalo Borges, Tsuyoshi Watanabe, Anel Ahmedhodzic, Luciano Valente, Casper Tengstedt, Jordan Bos en Gaoussou Diarra binnen.
Waar Engelse promovendi royaal investeren, is het verschil met de Nederlandse promovendi FC Volendam, Excelsior en Telstar nog groter. Deze drie clubs besteedden gezamenlijk slechts een half miljoen euro en dat volledige bedrag werd uitgegeven door Excelsior voor de komst van Stan Henderikx van FC Den Bosch.

