In 2000 was de Noorse selectie voor het laatst actief op een internationaal eindtoernooi. De afgelopen jaren groeiden zowel Erling Haaland (Manchester City) als Martin Ødegaard (Arsenal) uit tot onderdeel van de wereldtop bij hun clubs, maar samen lukte het ze nog niet om bij hun land het verschil te maken. Ze krijgen echter steeds meer versterking. Naast Haaland zijn er met Alexander Sørloth en Jørgen Strand Larsen nog twee opties in de spits. Beide aanvallers speelden jaren terug nog bij FC Groningen. Sørloth belandde acht clubs later bij Atletico Madrid, terwijl Strand Larsen via Celta de Vigo bij Wolverhampton Wanderers terechtkwam.

Ook op de flanken wordt Noorwegen sterker dankzij talenten als Antonio Nusa (RB Leipzig), Andreas Schjelderup (Benfica) en Oscar Bobb (Manchester City). Bovendien is aanvoerder Ødegaard een soort dirigent vanaf het middenveld en breekt ook Thelo Aasgaard, de 23-jarige aanwinst van Rangers, door als aanvallende middenvelder. Aasgaard kwam tegen Moldavië na 64 minuten het veld in en was nog goed voor vier doelpunten. Haaland schoot er zelfs vijf in.
Genoeg perspectief voor de selectie van Ståle Solbakken, helemaal wanneer we kijken naar de stand in de poule. Na vijf wedstrijden staan de Noren overtuigend bovenaan met vijf overwinningen en een doelsaldo van 21. Italië, de grootste concurrent voor de eerste plek, heeft al een achterstand van zes punten. De Italianen hebben weliswaar een wedstrijd minder gespeeld, maar het elftal van Gattuso kwakkelt. Op de derde speeldag werd met 3-0 van Noorwegen verloren en afgelopen maandag viel de winnende 4-5 tegen Israël pas in minuut 91.

