Voorafgaand aan EURO 2020 verwachtte men weinig van Spanje. Waar het gehele Spaanse elftal voorheen bestond uit spelers van Real Madrid en Barcelona, verdienen veel basisspelers nu hun brood bij clubs als Real Sociedad en Villarreal. Er was dus een hecht collectief nodig om het gebrek aan supersterren te compenseren. De ideale mogelijkheid voor Alvaro Morata om zonder torenhoge verwachtingen aan het toernooi te beginnen.
Niets bleek echter minder waar. Al in de eerste groepswedstrijd tegen Zweden verzuimde Morata meermaals de score te openen. De Spanjaarden bleven steken op 0-0, waardoor de kranten in eigen land direct schande spraken over het optreden van de spits. Het was alsof bondscoach Luis Enrique als enige Spanjaard op de aardbol nog vertrouwen had in Alvaro Morata.

Ommekeer
De knock-outfase moest zorgen voor een wederopstanding. In de achtste finale tegen Kroatië miste Morata opnieuw kansen, maar mocht hij alle honderdtwintig minuten op het veld blijven staan. In minuut honderd kwam daar eindelijk zijn moment. Bij een gelijke stand in de verlenging kreeg Morata zijn moeilijkste kans van de wedstrijd. De spits haalt met links verwoestend uit en ramt de bal tegen de touwen. Plots leek hij de van zelfvertrouwen blakende nummer negen die heel Spanje zo graag ziet.
De treffer was een bevrijding voor de Spaanse ploeg, maar vooral voor Morata. Het was een doelpunt waarvan iedereen dacht dat hij hem nooit meer zou maken. Ineens, snoeihard en precies. En toch kwam de spits na de zinderende slotfase tegen Zwitserland op de bank terecht. Enrique begon aan de halve finale met Dani Olmo als valse negen. Een nieuwe deuk in het zelfvertrouwen van Morata, zo leek het. Het nam wel de druk weg bij de spits, die als invaller op een andere manier belangrijk kon zijn.

Moedeloos
Een gouden wissel. Het was de rol waar Morata voor zou tekenen. Even zag hij die droom in vervulling gaan. In een halve finale van een EK groeide hij tien minuten voor tijd uit tot de held van Spanje. Na een mooie combinatie schoot Morata de bal beheerst in de linkerhoek voorbij Gianluigi Donnarumma. Alles wees erop dat hij voor één keer met het hoofd omhoog het veld zou verlaten. Tot de strafschoppenserie.
Zeven penalty’s waren al genomen. Manuel Locatelli en Dani Olmo faalden vanaf elf meter. Alvaro Morata legde aan voor de achtste strafschop. Een doelpunt brengt de stand weer gelijk, een misser betekent match point voor Italië. Als je geen Italiaans bloed in je hebt, hoop je niet dat uitgerekend Morata de strafschop mist. En toch gebeurt het. Opnieuw verandert de alsmaar verguisde spits in een mum van tijd van held tot schlemiel. Het is de rode draad in de loopbaan van Alvaro Morata, op zijn eigen manier de meest curieuze spits van Europa.

