FC Barcelona speelt dit seizoen een verticalere, directere variant op het tiki-taka-voetbal waar de club om bekendstaat. In principe staat de ploeg nog altijd voor verzorgd spel met veel balbezit en passes. Dit is ook terug te zien in de statistieken: Barcelona heeft gemiddeld het meeste balbezit (68,8%) en de meeste succesvolle passes (556,4) per wedstrijd, beduidend meer dan welke andere ploeg in La Liga.
Tegelijkertijd loert de ploeg continu op kansen om de razendsnelle vleugelspelers Lamine Yamal en Raphinha weg te sturen. Vooral Pau Cubarsí valt hierbij op: de jonge centrale verdediger beschikt over een uitstekende pass van achteruit en gaf al drie assists en creëerde negen kansen voor ploeggenoten.
Sowieso is de jeugdigheid van de ploeg opvallend. Flick roemt de club om de geweldige jeugdopleiding en put daar dan ook veel uit. Met een gemiddelde leeftijd van 24,1 jaar speelt FC Barcelona met de jongste basiself van alle ploegen in La Liga. Cubarsí en Yamal zijn de voornaamste voorbeelden, maar ook Marc Casadó, Álex Balde en Fermín López hebben een belangrijke bijdrage geleverd dit seizoen.
Hoge druk
Op momenten dat FC Barcelona de bal niet in bezit heeft, laat Flick zijn ploeg hoog druk zetten. FC Barcelona is de ploeg die verreweg het vaakst de bal verovert in het aanvallende derde van het veld: gemiddeld 5,4 keer per wedstrijd. Door hoog op het veld de bal te veroveren, liggen er vaak kansen om te counteren, omdat de tegenstander dan ook razendsnel moet omschakelen.
Deze vele veroveringen worden bovendien uitgevoerd met bijzonder weinig overtredingen per wedstrijd (9,6). Ook pakt de ploeg relatief weinig gele kaarten, slechts 59 dit seizoen. Alleen Real Madrid maakte minder overtredingen en pakte minder gele kaarten in La Liga.
Een risico van deze speelstijl is dat er achterin veel ruimte kan liggen wanneer de tegenstander onder de hoge druk weet uit te spelen. Als remedie hiertegen speelt FC Barcelona met een extreem agressieve buitenspelval. Door op het juiste moment te stappen, heeft de verdediging van FC Barcelona dit seizoen al 289(!) keer een tegenstander buitenspel gezet. Ten opzichte van twee seizoenen geleden is dit een bizarre stijging; toen zette FC Barcelona 154 keer een tegenstander buitenspel, een toename van 87,6% ten opzichte van dat seizoen. Ter vergelijking: van alle ploegen in Europa zijn Real Betis en Liverpool de nummers twee en drie op deze lijst, met respectievelijk 149 en 140 buitenspelmomenten.
Doelpuntenmachine
FC Barcelona is dit seizoen ook een ware doelpuntenmachine gebleken. In alle competities speelde het tot nog toe 58 wedstrijden, waarin het 169 doelpunten wist te maken, een gemiddelde van bijna drie doelpunten per wedstrijd. In diezelfde wedstrijden kreeg de ploeg in totaal 69 doelpunten tegen, oftewel gemiddeld iets meer dan één doelpunt per wedstrijd. Zo tegen elkaar afgezet lijkt het logisch dat Blaugrana een topseizoen heeft meegemaakt.
Resultaten in Clásico’s
Als je als FC Barcelona zijnde prijzen wilt pakken in Spanje, is het bijna onvermijdelijk dat vroeg of laat Real Madrid uitgeschakeld moet worden. Dat heeft de ploeg van Flick dit seizoen ook gedaan. Beide ploegen troffen elkaar vier keer: twee keer in de competitie, en één keer in zowel de Copa del Rey als de Supercopa de España. Alle vier de wedstrijden werden door Blaugrana met een overwinning afgesloten.