ls iemand die z'n roots heeft binnen het Haagse voetbal, ken ik Lex al zijn en mijn hele voetballeven. Hij debuteerde in 1965 voor ADO, ongeveer op hetzelfde moment waarop ik besloot om voortaan iedere 14 dagen naar Het Zuiderpark af te reizen om daar ADO aan te moedigen. En sindsdien heb ik zo ongeveer alle hoogtepunten uit zijn loopbaan live meegemaakt. Ik zat op de tribune toen hij met ADO en FC Den Haag nationale en internationale successen boekte. Maar ik was er ook bij, toen hij met Feyenoord de landstitel binnen haalde. En uiteraard ontbrak ik in 1974 ook niet, toen hij in De Kuip tegen Tottenham de UEFA Cup won en zich tevens Europacup-topscorer mocht noemen. Lex Schoenmaker kortom is een van de grootheden van het Nederlandse voetbal en binnen 'Het Haagse' een ware legende.
Het boekje over zijn loopbaan staat vol grappige anekdotes. Terwijl ik het zat te lezen, schoot me zelf een verhaal over Lex in gedachten, dat niet door Martin van Zaanen is opgetekend, maar dat toch de moeite waard is om het neer te pennen.
Ik ga terug naar 1980; het jaar van mijn huwelijksreis naar de Verenigde Staten. In die tijd waren de VS - naast alle andere prachtige zaken die er te zien waren - ook een soort van voetbalmekka. Dat kwam doordat de NASL, de North American Soccer League, net een poging deed, om met heel veel geld, voetbal een vaste voet aan de grond te geven; voornamelijk door vooral alle mogelijke oudere voetbalsterren een nieuw podium te bieden.
En dus zag ik op een gegeven moment Pele en Franz Beckenbauer in actie voor de legendarische New York Cosmos en was ik - op de 4th of July nog wel - getuige van een bezoek van Johan Cruijff en zijn Washington Diplomats aan de Rose Bowl van Los Angeles. Maar het lolligste toch, was mijn bezoek aan Lex Schoenmaker die een hele zomer lang zijn brood verdiende bij de Fort Lauderdale Strikers in Florida.
Lex maakte deel uit van een klein contingent Nederlanders, dat onder leiding stond van Cor van der Hart en dat - naast Lex - verder nog bestond uit Jan van Beveren, Ko Pot en Koos Waslander. Het Nederlandse groepje woonde in een aantal flats in zo'n typische woontoren, met een zwembad op het dak en een klimaat dat rustig als 'uiterst aangenaam' omschreven kan worden. Kortom: een lekker leventje dat af en toe hinderlijk werd onderbroken door het spelen van een wedstrijd.
Uiteraard lieten mijn spieksplinter nieuwe vrouw en ik ons een avondje voetbal niet ontgaan en dus vonden wij ons die avond - als gasten van de club - terug in het Lockhart Stadium, waar 20.000 fans een plaatsje hadden kunnen vinden. Tenminste als de belangstelling groot genoeg zou zijn geweest. Maar dat was zelden het geval.
Het werd een van de mooiste voetbalavonden van mijn leven. Lex en Cor van der Hart hadden voor ons een zitplaats georganiseerd op een bankje, binnen de omheining en vlak achter het doel. En ook hadden zij geregeld dat we voor de wedstrijd nog even kennis konden maken met de andere spelers van de Strikers. En omdat Lex keurig had verteld dat wij daar op huwelijksreis zaten, werden we hartelijk gefeliciteerd door enkele van de grootste voetbalsterren uit die dagen. Zo kwam de Duitse topscorer aller tijden Gerd Müller een wat slap handje geven en waren er ook nog warme felicitaties van de Peruviaanse WK-held van 1978 Teófilo Cubillas en de Poolse recordinternational Kazimierz Deyna. Ook een gesprekje met de blonde Braziliaanse international Mourinho kan ik me nog herinneren, evenals de spijt die me bekroop, toen ik me ter plekke bedacht hoe jammer het wel was dat de legendarische George Best net naar een andere club was gegaan.
In dat gezelschap was Lex Schoenmaker ook duidelijk een van de grote meneren, een speler met een loopbaan die meer dan groot genoeg is om in een boek(je) te worden vastgelegd. En dat is nu gebeurd.
Gelukkig maar.
Jan Hermen de Bruijn Hoofdredacteur ELF Voetbal Magazine

