Teams uit achttien van de 1.070 sloppenwijken van Rio de Janeiro strijden om de Favela Cup. Spelers van de Nederlandse welzijnswerker voetballen in het shirt van PSV, maar ze zijn lid van Sparta. Laatstgenoemde club uit de provincie Providencia is door Smits opgericht. "Het liefst had ik de vereniging Feyenoord genoemd", bekent de fan. "Maar dat kunnen ze hier niet uitspreken. Dus daarom maar Sparta, dat is ook Rotterdam." Soms verloor hij wel dertig leden per jaar. "Dood, vermoord. Ik heb er een burn-out van gehad. Het doet ook wel iets met je als je in een vuurgevecht belandt. Nu weet ik dat ze in favela's vuurwerk afsteken als het leger onderweg is. Dan ben ik weg."
Tijdens een reis door Zuid-Amerika werd Smits gegrepen door lijm snuivende kinderen die zich dagelijks op plein Centraal van Rio de Janeiro verzamelden. "Een jaar later kwam ik terug om ze iedere avond brood en ander voedsel te brengen." Inmiddels is Smits het straatkinderenproject Remmer opgestart, dat naast Sparta en een kinderboerderij ook bestaat uit de Favela Cup.
Smits is onder de indruk van zijn talenten. "Maar er loopt geen Romário of Ronaldo bij. Dat komt omdat we bij Sparta de nadruk op school leggen. Bijlessen moeten de jongens uit de handen van drugsbendes houden. Ze vinden het stoer om met een geweer te lopen. En het verdient goed. Ze gaan bij een bende of raken zelfs verslaafd. Niet meer aan lijm, maar aan crack. Dat is veel erger."
"Dan zie ik ze liever bij ons voetballen", vervolgt Smits, die koninklijk is onderscheiden voor zijn bewezen diensten. "Ruim tweehonderd staan onder toezicht van de politie. Daar regeren de drugsbendes niet echt meer. Voor de Spelen van 2016 moeten dat er vijfhonderd worden. Er zijn Brazilianen die profiteren van het WK en de Spelen, maar die wonen niet in de favela's. Het WK leeft daar niet echt. De mensen hebben andere zorgen. Dat verandert misschien als Brazilië gaat presteren. Dan kleurt alles nog wel geel", besluit de Nederlander zijn relaas vanuit Brazilië.

