Everton-trainer Ronald Koeman vertelde maandag tegen SkySports dat zijn team dicht bij het contracteren van Sigurdsson is. Liefst vijftig miljoen pond heeft Everton over voor de nog tot 2020 onder contract staande Sigurdsson. En dat voor iemand die het in de top van de Premier League tot nog toe niet heeft laten zien.
De loopbaan van de vijftigvoudig international stond niet altijd in de steigers. Het is Sigurdsson niet allemaal komen aanwaaien, want zoals met meer spelers in de Premier League diende hij eerst zijn sporen te verdienen op de lagere Engelse niveaus. In de Championship, maar ook in League One en League Two vertoonde hij een handvol wedstrijden zijn kwaliteiten. Niet echt het domein van een kunstzinnige voetballer als Sigurdsson, alsof je een topschilder zijn schilderijen laat maken bij de plaatselijke hobbyclub.
Als huurling van Reading hield hij toch zijn hoofd boven water in de voetballende stromingen die Crewe Alexandra en Shrewsbury Town heten. Heel veel wedstrijden speelde Sigurdsson weliswaar niet, maar het waren er genoeg om Reading, de club waar hij als jeugdspeler naartoe ging, te overtuigen hem het jaar erop bij de selectie te houden. Met twintig doelpunten uitgesmeerd over het hele seizoen overtuigde Sigurdsson 1899 Hoffenheim hem na één jaar Reading naar Duitsland te halen.

Assistkoning
Maar het beloofde voetballand, Engeland, bleef trekken. Een vruchtbaar seizoen in het kleine Duitse dorpje bracht hem weer in de wereldstad waar hij groot is geworden als voetballer: Londen. Tottenham Hotspur legde tien miljoen euro neer voor zijn diensten. Hij speelde zijn wedstrijden bij Spurs, maar kon geen onuitwisbare indruk achterlaten. Hij keerde terug naar Swansea City, waar hij eerder al een halfjaar op huurbasis voor uitkwam.
Het is net of de kruisbestuiving van Wales invloed heeft op het gemoed van Sigurdsson, want sinds hij weer het tenue draagt van Swansea City is hij uitgegroeid tot een van de gevaarlijkste spelers in de Premier League. Een aantal mijlpalen voor de aanvallende middenvelder: hij heeft zijn naam tussen de absolute assistkoningen van de grootste competitie ter wereld gezet. Enkel Cesc Fabregas, Mesut Özil, Christian Eriksen en Kevin De Bruyne gaven sinds augustus 2014 meer beslissende voorzetten. En dat als speler van Swansea City.
Dode spelmomenten
Het is niet het enige dat hij heeft bereikt. Zo scoorde hij sinds zijn debuut in 2011 de meeste directe vrije trappen in de Premier League: zeven om precies te zijn. Meer dan Eriksen of Juan Mata. Het schetst een beeld van een creatieve nummer tien met een mooie traptechniek, een misschien wat luie nummer tien. Maar dat blijkt allerminst waar, want het is juist Sigurdsson die afgelopen seizoen de meeste meters maakte in de Premier League. 433 kilometer om precies te zijn, meer dan iedere andere speler.
Daarmee is het indrukwekkende rijtje nog niet compleet, want Sigurdsson heeft nog meer kwaliteiten die Everton goed kan gebruiken. De 27-jarige IJslander heeft de kwaliteit om uit te blinken tegen teams uit de top van de Premier League. Vorig seizoen vond hij vijf keer het net tegen een team uit de top 6 van de rangschikking, alleen Jamie Vardy deed dat beter. Maar Sigurdsson is dan ook geen topscorer pur sang, want hij leeft meer voor de assist. Daarbij worden de dode spelmomenten niet geschuwd, want met zijn afgemeten inswingers droeg hij flink bij aan de handhaving van Swansea. Liefst zes keer was hij vorig jaar op zo'n manier beslissend. Dit in ogenschouw nemend is die vijftig miljoen pond, in deze losgeslagen markt, helemaal zo gek nog niet.

