Guus Meeuwis brengt deze week 'Ik wil dat ons land juicht' uit. Voor het schrijven van de tekst werd hij 'gevoed' door international, zo staat in het Brabants Dagblad te lezen.
De spits zette op verzoek van de Tilburgse zanger zijn gevoelens op een A4-tje. „Geen teksten als oranje/franje en goud/houdt. Ik heb het niet op rijm gemaakt. Ik heb mijn gevoelens op papier gezet. Hoe je geschiedenis kunt schrijven, hoe je je klaarmaakt voor een wedstrijd, als team. En het gevoel dat door je heen gaat als je in de tunnel staat en het veld oploopt", aldus Van The Man.
Meeuwis heeft er volgens Van Nistelrooij 'een mooi lied' van gemaakt. Van Nistelrooij heeft geen moment overwogen 'Ik wil dat ons land juicht' zelf te zingen. „Dat kan ik de mensen niet aandoen, joh."
Hij zou daarmee in de voetsporen treden van veel andere Nederlandse voetballers, onder wie opvallend veel (ex-)internationals: Johan Cruijff ('Oei oei oei, dat was me weer een loei'), René en Willy van de Kerkhof ('Da hedde of da kredde'), Simon Tahamata ('We gaan naar Rome en schieten daar het doel in twee'), Sjaak Swart ('Tap tap tap, kom geef die pomp een klap'), Gerrie en Arnold Mühren ('Ajax is de Koning van de mat') en Ruud Gullit ('Not the dancing kind').
„Het meeste was heel slecht", zegt Van Nistelrooij in het Brabants Dagblad. „Ik kan me van lang geleden een optreden van Willem van Hanegem herinneren. Toen ik dat zag, dacht ik: dat ga ik dus nóóit doen."
Ook bondscoach Marco van Basten waagde zich ooit, in zijn jaren als speler van AC Milan, achter de microfoon, bijgestaan door ploeggenoot Frank Rijkaard én De Havenzangers. Het nummer heette „Het is fijn in Italië te zijn." De eerste zin die Van Basten zingt luidt: „Ik sta hier in het zonnetje, in een stadionnetje." Rijkaard haakt later in: „We moeten zo weer spelen, niks punten delen, nee, alle twee, nemen wij ze vandaag weer mee." Van Nistelrooij: „Nou, daar kan ik niet aan tippen, wereldtekst."
Bronnen: Brabants Dagblad en Het Lied van Oranje. Van Jimmy Tigges en Paul Groenendijk. Uitgeverij: Nijgh en Van Ditmar.

