Toen Danny Bouws in 2016 Emmen verruilde voor HHC, dacht hij volop minuten te maken. Het liep anders door een opstapeling van ellende. “Ik speelde met vrienden een vriendschappelijk toernooitje. Dat ging helemaal mis. Mijn enkel werd aan gort getrapt. Na een tijdje kon ik weer spelen en mijn enkel zag er beter uit. Helaas ging het vlak daarna nog een keer fout. Ditmaal stond er iemand op mijn teen. Later bleek hij gebroken te zijn en ik was drie weken uit de roulatie. De periode die volgde was zwaar voor de nu 24-jarige verdediger. “Door mijn blessures had ik geen basisplaats meer en zat ik op de bank. Het elftal stond als een huis. Het was lastig om een plek te veroveren.”
Tachtig procent
Tijdens de trainingen deed Bouws er alles aan om weer topfit te worden, maar het ging niet goed. Zijn normale niveau haalde hij niet. ”Ik begon aan mezelf te twijfelen. De trainer had meer van mij verwacht. Ik voelde niet gelijk zijn vertrouwen, maar dat lag ook aan mij. Ik presteerde niet goed genoeg. Tijdens de trainingen speelde ik op tachtig procent. Dan ben je als trainer automatisch niet helemaal tevreden. Voor mij was dat moeilijk, want ik ben een speler die vertrouwen nodig heeft.”
In zijn eerste seizoen speelde hij uiteindelijk wel, maar dat liep nog niet naar wens. Na dat moeizame seizoen maakte Bouws weer een frisse start. Nu kon de trainer niet meer om hem heen. “De groep bleef bij elkaar en de trainer gaf mij veel vertrouwen. We werden derde. Door veel wedstrijden te spelen, kreeg ik ook meer ritme. Zolang ik presteer, ben ik zeker van mijn plekje. Zo zie je maar hoe het kan lopen. Het eerste seizoen was slecht van mijn kant en daarna heb ik alles gespeeld.”
Sterkere band
Voordat Bouws terechtkwam bij HHC, speelde hij bij Emmen. Een wereld van verschil. “Qua niveau verschilt HHC niet veel met het Emmen van toen, maar qua mentaliteit is het totaal anders. Bij Emmen is alles gericht op presteren. Hier is de sfeer meer ontspannen. Ook was er meer aandacht voor het analyseren van tegenstanders. Het ging wat professioneler.” Hij benadrukt dat het groepsproces bij HHC totaal anders verloopt dan bij zijn oude club. “Hier praat iedereen veel meer met elkaar. Je bent een hecht team. Dat is in de profwereld een ander verhaal. Daar spreek je niet met iedereen van je ploeg. Het was daar meer ieder voor zichzelf. De meeste spelers bij Emmen waren daar om een jaartje te voetballen en vervolgens de stap te maken naar een andere club. Bij HHC merk je dat iedereen er voor een langere tijd wil zijn. Spelers hebben een sterkere band met elkaar.” Het niveauverschil tussen de Keuken Kampioen Divisie en de Tweede Divisie vindt hij niet groot. “Spelers uit die afdeling komen ook deze kant op. Trouwens, ik denk niet dat Telstar en TOP Oss ons van de mat tikken. Bovendien is de Tweede Divisie heel aantrekkelijk, want je hebt ook tijd voor een maatschappelijke carrière.”
Bouws woonde in Emmen, maar is verhuisd naar Groningen. Dat lijkt niet logisch voor iemand die in Hardenberg voetbalt. Met de auto is het minimaal een uur rijden. “De keuze om naar Groningen te gaan, heb ik gemaakt vanwege mijn studie. Natuurlijk is het wennen om lang naar de club te moeten rijden. Alleen de ritten gaan wel snel voorbij. Ik rijd onder andere samen met Koos Werkman en Rob van der Leij. Dat is altijd gezellig. We kunnen het goed vinden met elkaar.”
De sfeer is gemoedelijk in Hardenberg. Het voetbal leeft. Helemaal nu de club vorig jaar op de derde plaatste eindigde. “Als rechtsback sta je vlak voor het vak met de fanatieke supporters. Ik krijg veel mee. Ze maken de hele wedstrijd een hoop lawaai. De sfeeracties zijn geweldig. Dat geeft mij extra energie. Als iemand zijn honderdste wedstrijd speelt, dan komt er weer een spandoek tevoorschijn. Ook bij uitwedstrijden gaan er bussen mee. Het voetbal leeft sowieso in de Tweede Divisie. Over het algemeen spelen we voor redelijk veel publiek.”
Focus
Om de sfeer goed te houden, organiseert het team verschillende activiteiten. Hoogtepunt van het seizoen is de reis naar Mallorca. “Dat doen we telkens aan het eind van het seizoen in juni. Dan gaan we vier dagen vooral feesten. Overdag zijn we een beetje bezig met teambuilding en voor de rest liggen we lekker op het strand. Een aantal gaat naar een biertuin, Megapark. Het schijnt een gekkenhuis te zijn. Ik lig liever op het strand dan dat ik in zo’n groot hok sta met al die Duitsers. Laat mij maar lekker pilsjes drinken op een strandbedje.”
Zo’n trip naar Mallorca moet de teambuilding versterken, maar Bouws denkt dat het lastig wordt om nog beter te presteren dan vorig seizoen. “De groep is voor het grootste deel samengebleven. Onze doelstelling is de top vijf halen. Jurjan Mannes is nieuw bij het team en ik merk dat hij heel veel kwaliteit heeft. Met zijn goals is hij gelijk belangrijk. De concurrentie binnen het team is groter geworden. We hebben ongeveer zeven spelers die alleemaal op het middenveld kunnen spelen.” Bouws merkt dat er extra scherp wordt getraind. “Als je ziet dat een ander het heel goed doet, dan ga je zelf ook een stapje harder trainen. Zonder concurrent denk je dat je het wel rustiger aan kan doen, maar je hebt nu geen tijd om te verslappen. Het niveauverschil is ontzettend klein binnen onze groep.”
De verdediger voelt zich prima in de Tweede Divisie. “Als er nu een profclub komt, zou ik dat niet doen. Dat hoofdstuk heb ik afgesloten. Ik ben net begonnen aan mijn studie. Daar ben ik aan gebonden en kan geen kant op. Rond mijn achttiende had ik mijn havodiploma. Als ik toen gelijk aan de slag was gegaan, had ik een studie afgerond op mijn tweeëntwintigste. Had ik kunnen doen wat ik wilde. Na mijn studie ben ik 28 en op die leeftijd hoef ik ook niet meer te denken aan professioneel voetbal. Ik ben blij bij HHC. Het lijkt mij leuk om nog eens een doelpunt te maken. Als rechtsback is dat niet erg belangrijk, maar ik was eerder dit seizoen al vaak dichtbij.”