"Ik lig altijd als eerste op de behandeltafel om ingetaped te worden. Dan mijn sokken aan en op mijn sokken naar het toilet. Daarna, altijd dezelfde volgorde, ga ik mijn schoenen warm maken door ze onder de warme kraan te houden. Nooit de binnenkant, altijd alleen de buitenkant. Dan schep ik een bekertje sportdrank uit een ton en neem één slok en zet de beker terug op de ton", zegt hij.
"Iedereen weet dat, dat is mìjn bekertje. In het voorbijgaan neem ik steeds één slok. Dan naar buiten voor de warming up, waar ik aparte schoenen voor aan heb, met vaste noppen", vervolgt hij. "Als ik terugkeer doe ik mijn warme schoenen met schroefnoppen aan, die schoenen zijn dan lekker soepel. Vervolgens doet elftalleider Mart van den Heuvel mijn aanvoerdersband om."
Van Bommel heeft naast zijn eigen bekertje ook slechts één persoon die zijn aanvoerdersband mag omdoen, en niemand anders. "Dat mag alleen hij doen, dat moet zo. En zo gaat dat vlak voor de aftrap op het veld nog wel even door." En of het helpt? "Ik denk het wel. Ik moet het allemaal van mezelf."

