Rome
Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, Zwitserland, Oostenrijk, de volledige Balkan, Turkije, Libanon, Israël en de noordelijke strook van Afrika… Zelfs het cv van Guus Hiddink kan qua omvang niet tippen aan de grootte van het Romeinse Rijk op zijn hoogtepunt. Het is meer dan terecht dat Romeinen trots zijn op hun geschiedenis, zoals het ook niet verrassend is dat toeristen graag een glimp van het vroegere Rome proberen mee te pikken. Elk jaar, buiten de coronaperiode om, komen meer dan een miljard mensen aan op de vliegvelden rond de stad. Uiteraard niet iedereen als toerist, maar we hoeven niet uit te leggen dat u niet snel een privétour door het Colosseum zult krijgen. Gelukkig heeft de stad met onder andere de Trevifontein, de Sint-Pietersbasiliek en het Pantheon nog zo’n twee triljoen andere bezienswaardigheden.
Eén daarvan is voetbalgerelateerd: het Stadio Olimpico. De thuishaven van AS Roma en SS Lazio was in zijn bestaan het toneel van veel gedenkwaardige wedstrijden. Zo zullen uw gedachten teruggaan naar de WK-finale van 1990, waar West-Duitsland door een discutabele penalty van Andreas Brehme de wereldtitel greep. Of naar de Champions League-finale van 1996, toen Ajax de ‘Cup met de grote Oren’ op strafschoppen aan Juventus moest laten. Of naar de kopbal van Lionel Messi in 2009, waarmee hij Edwin van der Sar verschalkte en het gouden FC Barcelona van Pep Guardiola de beste van Europa maakte. Stadio Olimpico past met haar geschiedenis perfect in het straatbeeld van Rome: oud, historisch, nostalgisch. Het geeft het gevoel dat het bij een aanraking op de verkeerde plek compleet in elkaar kan donderen. Als iemand dat moet aanspreken, is het de Rome-toerist wel.
AS Roma: In het eerste decennia van de twintigste eeuw domineerden de clubs uit het noorden het Italiaanse voetbal. Er moest een hoofdstedelijke tegenhanger komen, oordeelden de Romeinen, en zo fuseerden in 1927 drie voetbalclubs in AS Roma. I Giallorossi hebben de noordelijke hegemonie maar mondjesmaat kunnen verbreken, maar hebben zich in ieder geval ontwikkeld tot een club die niet uit de Europese subtop is weg te denken. Met trainer José Mourinho aan het roer krijgt de club nu nog meer aandacht.
SS Lazio: In het Romeinse fusiegeweld van de jaren '20 bleef één club stoïcijns zijn eigen pad volgen. Een van de grootste stadsrivaliteiten van het Europese voetbal was daarbij gelijk geboren. SS Lazio bleef altijd de vreemde eend in de Romeinse bijt, maar stond qua grootte nooit ver achter op zijn rivaal. De club van zitzo diep genesteld in de Italiaanse subtop als AS Roma. Met Ciro Immobile heeft Lazio zelfs één van 's werelds beste spitsen in de gelederen.
En als u tijd over heeft? Neem een kijkje in de vele sportbarretjes die Rome rijk is. Tussen alle bezichtingen door even de pot van uw favoriete club kijken; in de Italiaanse hoofdstad kan het gewoon. Tip van de redactie: La Botticella of Poggi Giovanni, gelegen op kruipafstand van het beroemde en prachtige Piazza Navona.