Madrid
Madrid is een stad met twee gezichten. Aan de ene kant: gezellig en volks, te danken aan de vele cafeetjes en intieme winkeltjes. Aan de andere kant: klasse en koninklijk. Het Koninklijk Paleis, het Prado en het Parque del Buen Retiro; de pracht en praal straalt er vanaf.
De botsing van stijlen is in Madrid nergens duidelijker terug te zien dan in het voetbal. De ultieme volksclub Atlético Madrid staat in de Spaanse hoofdstaat lijnrecht tegenover het vorstelijke Real Madrid. Passie tegenover elegantie. Beide hebben met hun rol succesvol een plek in het Europese topvoetbal vergaard en verdienen een hoge plek op de bucketlist van iedere voetballiefhebber.
Real Madrid: Het moment dat u het machtige, net verbouwde, Estádio Santiago Bernabéu binnenstapt, voelt, ziet en weet u het: dit is het terrein van de groten. Diep in de vorige eeuw liepen hier Alfredo Di Stéfano en Ferenc Puskás rond, daarna verdedigden Hugo Sánchez en Emilio Butragueño het witte shirt en later had de club met onder anderen Raúl Gonzalez Blanco en Zinedane Zidane een selectie om van te watertanden. Iedereen droeg een flinke steen bij aan een hele imposante clubgeschiedenis. Met Cristiano Ronaldo en Sergio Ramos zijn er inmiddels twee clublegendes vertrokken, maar er zijn nog genoeg spelers over om van te smullen. De vedetten Karim Benzema, Toni Kroos en Luka Modrić trekken de kar, in combinatie met jonge talenten als Eduardo Camavinga en Vinícius Júnior. De jonge generatie staat klaar om te zorgen voor een nieuw sterrenensemble in het shirt van Real.
Atlético Madrid: Het vertrek uit Estádio Vicente Calderon is natuurlijk voor de Atlético-ervaring een nadeel, want het kon kolken en stomen in het oude stadion. Het nieuwe Wanda Metropolitano is echter een waardig opvolger. Het immense stadion heeft enorm steile tribunes en is dankzij de fans nog steeds een garantie voor goede sfeer. Dat bij Atlético Madrid het spitsenduo Antoine Griezmann, die terug is van een avontuur bij FC Barcelona en Luis Suárez op het veld heeft staan, is verder mooi meegenomen. In 2021 werd Atléti kampioen van Spanje. Dat hebben ze in Madrid geweten ook: de fans en spelers gingen helemaal los na de eerste titel in zeven jaar.
En als u nog tijd over heeft? Clubjes als Getafe en Rayo Vallecano zijn ook over het algemeen de moeite waard om te bezoeken. Kleinschaliger, natuurlijk, maar tegelijk tekenend voor de klasse van het Spaanse voetbal. U zult namelijk verrast zijn hoe goed dit soort teams bij vlagen kunnen voetballen!